E
Eenpitter
Guest
Een service die de KNVvL bijvoorbeeld aan wildvliegers zou kunnen bieden, is met gemeentes in overleg te gaan over een plek waar men volgens de APV wel mag wildvliegen.
Hier in de omgeving is een terreintje wat bij uitstek geschikt is voor wildvliegers. Daar werd het ook wel eens voor gebruikt. Er stond een bordje bij de ingang over dat dat terreintje te gebruiken was, mits je even toestemming vroeg aan de (overheids)organisatie die het beheerde.
Dat ging heel goed. Totdat er gereorganiseerd werd, er een overkoepelend iets boven gezet werd, en je bij een veel grotere instantie om toestemming moest gaan vragen. Die je niet kreeg, want, was toen het argument, als we dit op 1 terrein toestaan, moet het op alle.
Op dat soort vlakken zou de KNVvL de wildvlieger tegemoet kunnen komen.
Hetzelfde geldt als bv. gebieden in de polder aanwijzen, waar men wel boven de 300m mag. Er zijn vast, met de luchtvaartkaart van NL in de hand, genoeg plekken te vinden waar het spanningsveld tussen reguliere en modelluchtvaart niet zo groot zijn. De KNVvL zou kunnen trachten een aantal van die gebieden te identificeren, en voor te stellen specifiek voor die gebieden ook de 300m te handhaven.
Hier in de omgeving is een terreintje wat bij uitstek geschikt is voor wildvliegers. Daar werd het ook wel eens voor gebruikt. Er stond een bordje bij de ingang over dat dat terreintje te gebruiken was, mits je even toestemming vroeg aan de (overheids)organisatie die het beheerde.
Dat ging heel goed. Totdat er gereorganiseerd werd, er een overkoepelend iets boven gezet werd, en je bij een veel grotere instantie om toestemming moest gaan vragen. Die je niet kreeg, want, was toen het argument, als we dit op 1 terrein toestaan, moet het op alle.
Op dat soort vlakken zou de KNVvL de wildvlieger tegemoet kunnen komen.
Hetzelfde geldt als bv. gebieden in de polder aanwijzen, waar men wel boven de 300m mag. Er zijn vast, met de luchtvaartkaart van NL in de hand, genoeg plekken te vinden waar het spanningsveld tussen reguliere en modelluchtvaart niet zo groot zijn. De KNVvL zou kunnen trachten een aantal van die gebieden te identificeren, en voor te stellen specifiek voor die gebieden ook de 300m te handhaven.