Dat is dus niet zo.
Uitgangspunt is rechtdoor vliegend (geen bocht)!
De zwaartekracht grijpt aan in het zwaartepunt.
De lift grijpt aan in de vleugels (bij een hoogdekker dus boven het zw-punt).
Op het moment dat het vliegtuig gekanteld is door een rolbeweging, zijn de aanprijppunten en lift- en zw-punt zijdelings verplaatst tov. elkaar. Gesteld dat de rolverstoring de kist exact om zijn zw-punt heeft laten draaien, dan is de vleugel (igv. een hoogdekker) iets richting lage tip verschoven. Tevens wijst de liftkracht opzij richting lage vleugel, de zw-kracht wijst (gelukkig) nog steeds gewoon naar beneden.
Er gebeuren 2 dingen.
1. De ontbondene die de zw-kracht moet compenseren is niet meer groot genoeg. Ergo: de kist begint te zakken.
2. Er is een opzij gerichte ontbondene (richting lage vleugel) verschenen. Ergo: de kist begint te schuiven richting lage vleugel.
Bij een kist met een rechte vleugel zonder V-stelling zal de zijdelingse beweging geen invloed hebben (ik laat die eerder genoemde effecten door de aanwezigheid van de romp bewust even weg).
Door het tekort aan vertikale lift tov. de zw-kracht zal de kist:
1. gaan zakken, waardoor de aanstroomhoek op de vleugel vergroot en de lift weer gaat toenemen.
2. de neus wat gaan zakken (waardoor die lift weer wat afneemt) waardoor de lift ook een voorwaartse komponent krijgt die als thrust werk (bji zwevers is dat de ENIGE thrust!) en de snelheid toeneemt.
Er zal een nieuw evenwicht ontstaan met licht verhoogde snelheid, en blijvend zijdelingse beweging. We noemen dat een bocht ... ;-)
Bij een kist met een V-stelling vleugel gebeurt initiëel precies het zelfde: de kist gaat zakken en opzij schuiven.
Echter, door de zijdelingse beweging en de V-stelling, wordt de aanstroomhoek van de lage vleugel vergroot, en van de hoge vleugel verkleind. De lift van de lage vleugel neemt dus toe, en de lift van de hoge vleugel neemt af. Er is daardoor dus een herstellend moment.
Je zou ook kunnen stellen dat het aangrijppunt van de lift opzij schuift richting lage vleugel, waardoor de werklijn langs het zw-punt van de kist loopt, met als gevolg hetzlefde herstellende moment.
Door de rolverstoring exact om het zw-punt, is de vleugel (igv. een hoogdekker) iets richting lage tip verschoven (het verguisde pendule-effect). Waardoor het herstellend moment nog vergroot wordt.
Hoe beide herstellende momenten zich qua grootte verhouden weet ik niet. Ik vermoed dat de
veranderde lift-krachten veel groter zijn, en het pendule-effect veel kleiner is dan vroeger (ook door mij) vermoed, en mogelijk zelfs kleiner dan wij opmerken tijdens het vliegen.
Maar 'onmerkbaar klein' wil niet zeggen afwezig!
Dirk.
Sorry Dirk: zodra een kracht van richting verandert, is het effect daarvan (wat versnelling aangaat)
onmiddelijk, dwz er zit geen tijdsvertraging tussen. Dat houd in dat er
onmiddelijk een zijwaartse versnelling optreed, en er dus een "schijnzwaartekracht" ontstaat die weer exact lijnrecht tegenover de lift ligt.....
Het pendule-effect bestaat NIET!
Dat het toestel gaat zakken bij hellingshoek vergroot NIET id invalshoek van de vleugel: het zakken is het gevolg van het feit dat de kist zijdelings wegschuift en dat in combinatie met een hellingshoek levert een naar beneden gerichte baan op, ZONDER effectieve vergroting van de hellingshoek.
De vergroting van de invalshoek tijdens het vliegen van een bocht, is puur en alleen het gevolg van het feit dat de totale waarden van lift en centripetaalkrachten groter word (dat is nodig omdat voor iedere richtingsverandering een extra kracht nodig is, ongeacht om wat voor object het gaat) en je moet als piloot deze invalshoekvergroting ZELF opwekken door het geven van een beetje up. doe je dat niet, dan is er geen evenwicht en word de energie die nodig is om een bocht te kunnen maken onttrokken aan de potentiele energie van het toestel, danwel aan de kinetische energie. Ofwel het kost OF hoogte, OF snelheid. Dat is domweg een natuurwet, die ook geld voor auto's en schepen (al is daar geen hoogte in het spel)
De zijdelingse verplaatsing levert inderdaad een kortdurend terugrollend moment op, echter, zodra deze zijdelingse beweging begint (en dat is weer
onmiddelijk) ontstaat er ook een kracht die de neus in de nieuwe vliegrichting wil brengen. Ook deze beweging begint onmiddelijk, echter, de beweging zelf neemt wat tijd, vandaar slechts een
kortdurend terugrollend moment.
Geef maar eens met een richtingsroer trainer een "klap" tegen het richtingsroer, zonder verder up te geven. Je zult een aanvankelijke terugrolneiging waarnemen tengevolge van de initiele slip, maar het duurt vrijwel eindeloos voordat het toestel weer exact vlak verder vliegt.
Nog afgezien daarvan: de liftkracht mag dan wel boven het zwaartepunt aangrijpen, constructief is hij altijd in de richting verticaal omhoog t.o.v. vliegtuig. Hij kantelt dus met het vliegtuig mee. Aangezien je een kracht straffeloos in de richting van zijn werklijn heen en weer mag schuiven, mag je deze kracht dus ook verschuiven tot het zwaartepunt. Dan volgt simpelweg, dat welke kanteling je ook uitvoert, er zal NOOIT een arm ontstaan waarlangs deze liftkracht dan wel de zwaartekracht, een moment KAN uitoefenen.
Als nu, net als bij een schip, de liftkracht ook altijd verticaal omhoog zou wijzen, DAN had je gelijk en ontstaat er een richtend moment. Maar bij een vliegtuig is dat niet zo.... Dus nogmaals: het pendule effect
bestaat niet!
Verder: bij een hellingshoek ontstaat een zijdelingse beweging. Deze beweging is schuin naar beneden gericht, en dus valt die beweging te ontbinden in een verticale en horizontale component. De verticale component ligt in de richting van de zwaartekracht, en dat betekent dat de zwaartekracht arbeid uit kan oefenen. Dus de snelheid neemt toe. Echter, in een richting, DWARS op de vliegrichting....
Pas als de neus naar de nieuwe vliegrichting toedraait, word dit ook in een voorwaartse snelheid omgezet.
Tevens: het zakken van de neus is NIET het gevolg van het "wegvallen van de lift" want de lift blijft gelijk maar krijgt een andere hoek.... Echter, de zwaartekracht (die de neus naar beneden wil trekken) krijgt ten opzichte van het toestel, exact dezelfde veranderende hoek, en het naar beneden trekkende(in de richting van de cockpitbodem) effect neemt af. Wat overblijft is een ontbonden horizontale component die een bocht in wil leiden.... Het zakken van de neus is puur een gevolg van het feit dat het toestel ten gevolge van de zijdelingse beweging om zijn top-as wil draaien. Echter die top-as staat nu ook schuin, en dus zal bij een draaing om de top-as de neus naar beneden komen. Bewijs voor de laatste stelling: Leg een rolroertrainer met vlakke vleugel scheef, ZONDER up te geven. Compenseer de neiging om de neus in de nieuwe vliegrichting te steken door tegen richtingsroer te geven, en de kist zal keurig met de lengte-as horizontaal, zijdelings afglijden. De neus komt NIET naar beneden door het wegvallen van de lift, het hele toestel komt naar beneden....
Groet, Bert