Ik heb met plezier een paar modernere vissersschepen gebouwd waarbij ik gebruik heb gemaakt van diverse soorten kunststof maar bij mij kwam het verlangen op om ook eens een houten schip te gaan bouwen. Het zou wel weer een vissersschip worden en mijn oog viel al snel op het type zeillogger. Ik kwam ook in contact met iemand die graag een model van een logger wilde en in de laatste jaren zijn we samen op zoek gegaan naar informatie, tekeningen en foto’s. Inmiddels heb ik voldoende materiaal om aan de bouw te gaan beginnen.

De Zeillogger algemeen
Tot eind 19e eeuw werd er vanuit Holland nog gevist met bomschuiten, logge houten schepen die het strand opgetrokken werden. Maar in de laatste helft van de 19e kwam er een nieuw vissersschip op, de logger. Het ontwerp kwam uit Frankrijk maar werd al snel naar Nederland gehaald waarna het ontwerp werd aangepast aan de vleetvisserij. Het resulteerde in lichte, snelle schepen die snel op de visgronden konden komen en ook snel weer naar de haven terugkeerden. Hierdoor was meer vistijd gewonnen en verdiende de reders en aandeelhouders meer. De zeilloggers werden gebruikt om op haring te vissen middels de vleetvisserij.
De Vleetvisserij.
De vleetvisserij is een visserij op haring die vanaf eind mei tot december bedreven werd in de zuidelijke delen van de Noordzee. Er werd pas eind mei begonnen met deze visserij omdat de haring dan pas voldoende ontwikkeld was voor consumptie (maatjes haring) en in de wintermaanden verdwenen de scholen haring weer uit de Noordzee. De vleetvisserij werd uitgevoerd met zgn bomschuiten (tot eind 19e eeuw) en daarna met stoom- of zeilloggers.
De drijfnetten voor deze visserij noemt men een Vleet. Dit is een verticaal in het water hangend gordijn en bestaat uit 100 tot 150 aan elkaar geschakelde netten (31 meter lang en 16 meter hoog).
Deze netten zijn verbonden aan een lange kabel, de Reep genoemd waaraan drijvers (Breels of Schotse blazen) zijn bevestigd om het net drijvende te houden. De reep is aan het einde bevestigd aan het schip. Het net heeft mazen die iets kleiner zijn dan de kop van de haring. Wanneer de haring in het net zwemt blijft hij door zijn kieuwen in het net vastzitten en kan hij niet meer weg.

De vleet wordt in de namiddag voor de wind uitgezet, dit duurt ongeveer 1,5 uur. De vleet blijft daarna enkele uren in het water liggen tot middernacht en wordt dan ingehaald en leeggeschud in bakken op het dek. Dit duurt 4 tot 5 uur. Hierna gaat de bemanning de haring kaken, zouten, kuipen en opbergen. Na het opruimen en schoonmaken van het schip is het vaak weer tijd om de vleet uit te zetten. Er werd 6 of 7 dagen per week gewerkt en een reis duurde tot wel 7 weken lang.

De omstandigheden aan boord van deze schepen waren vaak erbarmelijk. Met ongeveer 10-15 man (jongste was soms 9/10 jaar en de oudste van over 65) op een logger waarbij de meeste ruimte werd ingenomen door visruimen, ruimen voor netten en reep was er maar weinig ruimte voor slaapplekken of een kombuis. Het de schip beschikte over een klein fornuis die gebruikt werd voor wat verwarming en het koken van (eenzijdig) voedsel. De slaapplekken werden onderling gedeeld en elke opvarende kon slechts een klein kistje met persoonlijke spullen meenemen. De stank moet verschrikkelijk zijn geweest gezien er geen mogelijkheid was de kleding te wassen en alles in dezelfde kleine ruimte gebeuren moest. In het verblijf hing ook de besmeurde kleding te drogen. De betaling was laag en buiten het haringseizoen was er vaak geen werk (en geen uitkeringen).
De KW140, Wilhelmina VII
De Wilhelmina was een stalen zeillogger waarbij de romp is opgebouwd uit stalen spanten met daarop een stalen huid geklonken. De rest van het schip is gemaakt uit diverse soorten hout. Van hetzelfde type zijn er meerdere gebouwd voor verschillende rederijen.
De logger is in 1912 gebouwd op de scheepswerf van de gebr. Boot te Leiderdorp in opdracht van de Katwijkse Rederij gebr. Den Dulk te Katwijk aan Zee. Kostprijs was
Fl. 15.200 en vermoedelijk is ze in 1914 in de vaart gekomen bij de rederij.

De logger is opgetuigd zo’n 38 meter lang inclusief het zeil achter en de boegspriet. De lengte over de kiel is 25 meter en de totale romplengte is 28 meter. De hoogte is opgetuigd zo’n 25 meter. Breedte is 6,6 meter en de holte is ong. 3 meter.
Over de geschiedenis van de Wilhelmina VII hangt een inktzwarte sluier die voor de familie van de opvarenden voor veel onzekerheid, verdriet en ellende heeft gezorgd.
Op 16-2-1918 is de Wilhelmina VII onder bevel van schipper Arie den Hollander met 5 andere bemanningsleden vertrokken richting de Doggersbank voor de haringvisserij. Sinds die datum is er van het schip en haar bemanning nooit meer iets vernomen of teruggevonden. Aangenomen werd dat het schip op een mijn gelopen is en vergaan.
wrecksite a by Model Fishingships, on Flickr
Later werd duidelijk dat de Wilhelmina VII op 19-2-1918 met alle bemanning is vergaan door toedoen van de U-Boote UB-64 onder leiding van Kapitänleutnant Woldemar Petri (1883-1951).
uboatnet2 by Model Fishingships, on Flickr
uboatnet5 by Model Fishingships, on Flickr
Over de reden van het tot zinken brengen van de Wilhelmina VII tast men in het duister aangezien de Wilhelmina VII zeer groot het woord HOLLAND op SB en BB had. Wellicht bracht de stalen romp de kapitein in verwarring of zijn er andere dingen die meespelen maar dat zal altijd onduidelijk blijven.
(meer info over Woldemar op www.uboat.net en over het vergaan van de Wilhelmina VII op www.wrecksite.eu )
De namen van de omgekomen bemanning zijn. Schipper Arie den Hollander(39), stuurman Willem van der Plas(33), matroos Jacob den Hollander(37), matroos Jan Zwanenburg(34), matroos Jeroen den Hollander(43) en oudste Arie den Hollander(16)
Eén van de opvarenden is de grootvader van de man waar ik dit model voor zal bouwen.
Het model
Het model gaat gebouwd worden in schaal 1/25 waarbij het een romplengte krijgt van 113cm en een totale lengte van 152cm en een hoogte van 100cm. Hierdoor zal ik veel ruimte krijgen om details goed tot hun recht te laten komen en dingen werkend te maken.
De romp ga ik maken uit glasvezel en polyester en de rest van het schip wordt volledig van eikenhout en messing.
Voor het bouwen ga ik mij baseren op de originele werftekeningen die ik gevonden heb en op foto’s van andere zeilloggers uit die tijd. Bijzonder zal ik gebruik maken van informatie en foto’s van de enige overgebleven zeillogger VL-92 de Balder die zeer precies gerestaureerd is en terug gebracht in oude staat.

De Zeillogger algemeen
Tot eind 19e eeuw werd er vanuit Holland nog gevist met bomschuiten, logge houten schepen die het strand opgetrokken werden. Maar in de laatste helft van de 19e kwam er een nieuw vissersschip op, de logger. Het ontwerp kwam uit Frankrijk maar werd al snel naar Nederland gehaald waarna het ontwerp werd aangepast aan de vleetvisserij. Het resulteerde in lichte, snelle schepen die snel op de visgronden konden komen en ook snel weer naar de haven terugkeerden. Hierdoor was meer vistijd gewonnen en verdiende de reders en aandeelhouders meer. De zeilloggers werden gebruikt om op haring te vissen middels de vleetvisserij.
De Vleetvisserij.
De vleetvisserij is een visserij op haring die vanaf eind mei tot december bedreven werd in de zuidelijke delen van de Noordzee. Er werd pas eind mei begonnen met deze visserij omdat de haring dan pas voldoende ontwikkeld was voor consumptie (maatjes haring) en in de wintermaanden verdwenen de scholen haring weer uit de Noordzee. De vleetvisserij werd uitgevoerd met zgn bomschuiten (tot eind 19e eeuw) en daarna met stoom- of zeilloggers.
De drijfnetten voor deze visserij noemt men een Vleet. Dit is een verticaal in het water hangend gordijn en bestaat uit 100 tot 150 aan elkaar geschakelde netten (31 meter lang en 16 meter hoog).
Deze netten zijn verbonden aan een lange kabel, de Reep genoemd waaraan drijvers (Breels of Schotse blazen) zijn bevestigd om het net drijvende te houden. De reep is aan het einde bevestigd aan het schip. Het net heeft mazen die iets kleiner zijn dan de kop van de haring. Wanneer de haring in het net zwemt blijft hij door zijn kieuwen in het net vastzitten en kan hij niet meer weg.


De vleet wordt in de namiddag voor de wind uitgezet, dit duurt ongeveer 1,5 uur. De vleet blijft daarna enkele uren in het water liggen tot middernacht en wordt dan ingehaald en leeggeschud in bakken op het dek. Dit duurt 4 tot 5 uur. Hierna gaat de bemanning de haring kaken, zouten, kuipen en opbergen. Na het opruimen en schoonmaken van het schip is het vaak weer tijd om de vleet uit te zetten. Er werd 6 of 7 dagen per week gewerkt en een reis duurde tot wel 7 weken lang.


De omstandigheden aan boord van deze schepen waren vaak erbarmelijk. Met ongeveer 10-15 man (jongste was soms 9/10 jaar en de oudste van over 65) op een logger waarbij de meeste ruimte werd ingenomen door visruimen, ruimen voor netten en reep was er maar weinig ruimte voor slaapplekken of een kombuis. Het de schip beschikte over een klein fornuis die gebruikt werd voor wat verwarming en het koken van (eenzijdig) voedsel. De slaapplekken werden onderling gedeeld en elke opvarende kon slechts een klein kistje met persoonlijke spullen meenemen. De stank moet verschrikkelijk zijn geweest gezien er geen mogelijkheid was de kleding te wassen en alles in dezelfde kleine ruimte gebeuren moest. In het verblijf hing ook de besmeurde kleding te drogen. De betaling was laag en buiten het haringseizoen was er vaak geen werk (en geen uitkeringen).
De KW140, Wilhelmina VII
De Wilhelmina was een stalen zeillogger waarbij de romp is opgebouwd uit stalen spanten met daarop een stalen huid geklonken. De rest van het schip is gemaakt uit diverse soorten hout. Van hetzelfde type zijn er meerdere gebouwd voor verschillende rederijen.
De logger is in 1912 gebouwd op de scheepswerf van de gebr. Boot te Leiderdorp in opdracht van de Katwijkse Rederij gebr. Den Dulk te Katwijk aan Zee. Kostprijs was
Fl. 15.200 en vermoedelijk is ze in 1914 in de vaart gekomen bij de rederij.

De logger is opgetuigd zo’n 38 meter lang inclusief het zeil achter en de boegspriet. De lengte over de kiel is 25 meter en de totale romplengte is 28 meter. De hoogte is opgetuigd zo’n 25 meter. Breedte is 6,6 meter en de holte is ong. 3 meter.
Over de geschiedenis van de Wilhelmina VII hangt een inktzwarte sluier die voor de familie van de opvarenden voor veel onzekerheid, verdriet en ellende heeft gezorgd.
Op 16-2-1918 is de Wilhelmina VII onder bevel van schipper Arie den Hollander met 5 andere bemanningsleden vertrokken richting de Doggersbank voor de haringvisserij. Sinds die datum is er van het schip en haar bemanning nooit meer iets vernomen of teruggevonden. Aangenomen werd dat het schip op een mijn gelopen is en vergaan.

Later werd duidelijk dat de Wilhelmina VII op 19-2-1918 met alle bemanning is vergaan door toedoen van de U-Boote UB-64 onder leiding van Kapitänleutnant Woldemar Petri (1883-1951).


Over de reden van het tot zinken brengen van de Wilhelmina VII tast men in het duister aangezien de Wilhelmina VII zeer groot het woord HOLLAND op SB en BB had. Wellicht bracht de stalen romp de kapitein in verwarring of zijn er andere dingen die meespelen maar dat zal altijd onduidelijk blijven.
(meer info over Woldemar op www.uboat.net en over het vergaan van de Wilhelmina VII op www.wrecksite.eu )
De namen van de omgekomen bemanning zijn. Schipper Arie den Hollander(39), stuurman Willem van der Plas(33), matroos Jacob den Hollander(37), matroos Jan Zwanenburg(34), matroos Jeroen den Hollander(43) en oudste Arie den Hollander(16)
Eén van de opvarenden is de grootvader van de man waar ik dit model voor zal bouwen.
Het model
Het model gaat gebouwd worden in schaal 1/25 waarbij het een romplengte krijgt van 113cm en een totale lengte van 152cm en een hoogte van 100cm. Hierdoor zal ik veel ruimte krijgen om details goed tot hun recht te laten komen en dingen werkend te maken.
De romp ga ik maken uit glasvezel en polyester en de rest van het schip wordt volledig van eikenhout en messing.
Voor het bouwen ga ik mij baseren op de originele werftekeningen die ik gevonden heb en op foto’s van andere zeilloggers uit die tijd. Bijzonder zal ik gebruik maken van informatie en foto’s van de enige overgebleven zeillogger VL-92 de Balder die zeer precies gerestaureerd is en terug gebracht in oude staat.
Laatst bewerkt: