Peter Den
PH-SAM
Hoewel strikt genomen dit niet helemaal tot de aerodynamica behoord wil ik mijn visie toch graag op het theorieforum ter discussie geven.
Ik wil namelijk de veel gehoorde opvatting: een hoogdekker is stabieler dan een laagdekker nog eens toetsen.
Ik denk namelijk dat dit op foute aannamen berust.
Mocht ik na ampel discussie ongelijk blijken te hebben beloof ik me een maand stil te houden op het forum!
Mijn uitgangspunten zijn de volgende regels uit de eenvoudige mechanica:
a) Krachtenvectoren en koppels (momenten) kunnen in hun richting verplaatst worden.
b) Om de krachten en bewegingen van een lichaam (vliegtuig) te beschrijven dienen ze in hun relatie tot het zwaartepunt (centrum van massa) bepaald te worden.
c) Op een vleugel werkt een liftkracht die loodrecht staat op de projectie van de vleugel (in dit verband in frontaanzicht).
L= liftkracht van de vleugel
Lv= is de resultante-liftkracht in vertikale richting.
G= gewicht/zwaartekracht
Gr=resultaatgewicht is combinatie van centrifugaal kracht en gewicht.
Cv=middelpuntvliedende kracht
Cz=middelpuntzoekende kracht
Z=zijwaartse kracht op het zwaartepunt, slipkracht
a=arm
Links staat in de voorbeelden steeds de hoogdekker en rechts de laagdekker.
Waar het echter op neerkomt is dat, omdat alle krachten relateren aan het zwaartepunt, er in feite geen verschil is tussen een hoogdekker en een laagdekker.
1: Uitgangspositie, eenvoudige rechte vlucht met de krachten zoals meestal voorgesteld; L en G zijn aan elkaar gelijk, resultante=0
1a: correcte weergave: de krachten L en G grijpen aan in het zwaartepunt.
2: Bocht in krachtevenwicht: krachten Lv en G, L en Gr, Cv en Cz zijn met elkaar in evenwicht, geen momenten/koppels.
3: Hellend vliegtuig, geen bochtinput meer; afhankelijk van de snelheid zijn Lv en G wel of niet met elkaar in evenwicht, maar er ontstaat een slipkracht Z; het vliegtuig slipt naar binnen.
4a: vervolgfase: door de slip in kombinatie met V-stelling (of door zijdelinkse verschuiving van het aerodynamisch centrum van de vleugel, indien behoefte kom ik hier later op terug)
Ontstaat op de vleugel een asymmetrische liftverdeling: de koppels a1*l1 en a2*l2
4b: De resultante van deze asymmetrische liftverdeling is weer: L door het zwaartepunt en een restkoppel, namelijk a2*L2-L1.
Dit koppel draait het vliegtuig weer horizontaal en is het stabiliserende moment.
Er is echter geen verschil tussen een hoogdekker en een laagdekker in deze schema’s te vinden.
5: Nog ter illustratie van een veel voorkomend misverstand in verband met V-stelling: het is niet zo dat de lage vleugel bij voorbaat door zijn verticaal gerichte vector meer bijdraagt aan de lift dan de hooggelegen vleugel.
Namelijk beide vleugelhelften vormen een koppel a1*L1 en a2*L2
Hierdoor vallen a1 en a2 tegen elkaar weg in is de resultante zoals in
5b: met hier weer de enkele lift-resultante L die uiteraard weer door het zwaartepunt gaat.
Hopelijk is dit stof tot nadenken, maar zoals boer Koekoek placht te zeggen: ’mooi praten: bewijzen moeten we hebben’’
Hierbij een foto van een stel demo-modelletjes die ik getest heb.
Van links naar rechts een extreme laagdekker, een extreme hoogdekker en een neutrale schouderdekker.
Ik kan ieder aanbevelen deze proefjes zelf te doen: toegegeven, de extreme laagdekker ziet er in de lucht een beetje bizar uit, maar uit stabiliteitsoverwegingen is er vliegend geen verschil tussen deze 3 modellen.
Voor de volledigheid: de extreme laagdekker is ook gevlogen zonder V-stelling en de extreme hoogdekker heeft ook als laagdekker gevlogen door het stabilo andersom te buigen.
Heb ik het juist dan blijven vragen staan als: ’’waarom denken we dan dat hoogdekkers stabieler zijn dan laagdekkers?’’
Ik heb daar wel ideeën over, maar daar kom ik dan, indien daartoe uitgenodigd, wel op terug.
Hopend op constructief commentaar.
Peter.
Ik wil namelijk de veel gehoorde opvatting: een hoogdekker is stabieler dan een laagdekker nog eens toetsen.
Ik denk namelijk dat dit op foute aannamen berust.
Mocht ik na ampel discussie ongelijk blijken te hebben beloof ik me een maand stil te houden op het forum!
Mijn uitgangspunten zijn de volgende regels uit de eenvoudige mechanica:
a) Krachtenvectoren en koppels (momenten) kunnen in hun richting verplaatst worden.
b) Om de krachten en bewegingen van een lichaam (vliegtuig) te beschrijven dienen ze in hun relatie tot het zwaartepunt (centrum van massa) bepaald te worden.
c) Op een vleugel werkt een liftkracht die loodrecht staat op de projectie van de vleugel (in dit verband in frontaanzicht).
L= liftkracht van de vleugel
Lv= is de resultante-liftkracht in vertikale richting.
G= gewicht/zwaartekracht
Gr=resultaatgewicht is combinatie van centrifugaal kracht en gewicht.
Cv=middelpuntvliedende kracht
Cz=middelpuntzoekende kracht
Z=zijwaartse kracht op het zwaartepunt, slipkracht
a=arm
Links staat in de voorbeelden steeds de hoogdekker en rechts de laagdekker.
Waar het echter op neerkomt is dat, omdat alle krachten relateren aan het zwaartepunt, er in feite geen verschil is tussen een hoogdekker en een laagdekker.
1: Uitgangspositie, eenvoudige rechte vlucht met de krachten zoals meestal voorgesteld; L en G zijn aan elkaar gelijk, resultante=0
1a: correcte weergave: de krachten L en G grijpen aan in het zwaartepunt.
2: Bocht in krachtevenwicht: krachten Lv en G, L en Gr, Cv en Cz zijn met elkaar in evenwicht, geen momenten/koppels.
3: Hellend vliegtuig, geen bochtinput meer; afhankelijk van de snelheid zijn Lv en G wel of niet met elkaar in evenwicht, maar er ontstaat een slipkracht Z; het vliegtuig slipt naar binnen.
4a: vervolgfase: door de slip in kombinatie met V-stelling (of door zijdelinkse verschuiving van het aerodynamisch centrum van de vleugel, indien behoefte kom ik hier later op terug)
Ontstaat op de vleugel een asymmetrische liftverdeling: de koppels a1*l1 en a2*l2
4b: De resultante van deze asymmetrische liftverdeling is weer: L door het zwaartepunt en een restkoppel, namelijk a2*L2-L1.
Dit koppel draait het vliegtuig weer horizontaal en is het stabiliserende moment.
Er is echter geen verschil tussen een hoogdekker en een laagdekker in deze schema’s te vinden.
5: Nog ter illustratie van een veel voorkomend misverstand in verband met V-stelling: het is niet zo dat de lage vleugel bij voorbaat door zijn verticaal gerichte vector meer bijdraagt aan de lift dan de hooggelegen vleugel.
Namelijk beide vleugelhelften vormen een koppel a1*L1 en a2*L2
Hierdoor vallen a1 en a2 tegen elkaar weg in is de resultante zoals in
5b: met hier weer de enkele lift-resultante L die uiteraard weer door het zwaartepunt gaat.
Hopelijk is dit stof tot nadenken, maar zoals boer Koekoek placht te zeggen: ’mooi praten: bewijzen moeten we hebben’’
Hierbij een foto van een stel demo-modelletjes die ik getest heb.
Van links naar rechts een extreme laagdekker, een extreme hoogdekker en een neutrale schouderdekker.
Ik kan ieder aanbevelen deze proefjes zelf te doen: toegegeven, de extreme laagdekker ziet er in de lucht een beetje bizar uit, maar uit stabiliteitsoverwegingen is er vliegend geen verschil tussen deze 3 modellen.
Voor de volledigheid: de extreme laagdekker is ook gevlogen zonder V-stelling en de extreme hoogdekker heeft ook als laagdekker gevlogen door het stabilo andersom te buigen.
Heb ik het juist dan blijven vragen staan als: ’’waarom denken we dan dat hoogdekkers stabieler zijn dan laagdekkers?’’
Ik heb daar wel ideeën over, maar daar kom ik dan, indien daartoe uitgenodigd, wel op terug.
Hopend op constructief commentaar.
Peter.
Laatst bewerkt door een moderator: