Perfect om te bouwen en veel te vaak onderbelicht, gele houtlijm, schijnt bijna niemand te kennen, superieur boven witte PVA houtlijm. Schuurt zonder deuken. Gibson bouwt er gitaren mee, meubelmakers meubels en vioolbouwers violen.
Vioolbouwers Titebond? Daggutniet.
Één van de eisen is daar, dat die lijmverbindingen altijd weer los kunnen worden gemaakt.
Vandaar dat beenderlijn (hide glue) DE vioolbouwerslijm bij uitstek is.
Eigenlijk geldt dat voor alle instrumenten die ooit (deels) gedemonteerd moeten kunnen worden.
Denk aan een neck reset van een flat top gitaar (Martin D-serie, Gibson J-serie).
Een kwestie van de juiste fret lichten, in het midden van de ontstane sleuf een gaatje boren en met een holle naald stoom inblazen.
Hierdoor komt de lijmverbinding los en kan de zwaluwstaart aan de halsvoet (heel) uit het 'neck block' in de klankkast worden losgewurmd.
Vervolgens door schaven en aan de andere kant opvullen met uiterst dunne stips neck hout de hoek van de neck t.o.v de klankkast terugbrengen naar de juiste specificatie en dan alles weer verlijmen.: Plays like butter again....
Vóór de tweede wereldoorlog was hide glue sowieso de standaard.
Mijn Gibson RB-1 uit 1937 zit er (nog steeds en wel prima) mee in elkaar.