als je van 5 naar 10 ampair maakt dat geen verschil?
ELEKTRONISCHE REGELAAR
Een elektronische regelaar werkt volgens een heel ander principe. Zo'n regelaar is uitgevoerd met Fets. Dit zijn elektronische schakelaars, die heel snel en met weinig verlies stroom kunnen schakelen. De snelheid van de motor wordt nu als volgt geregeld: als je niet vol gas geeft, dan stuurt de regelaar een korte tijd de volle stroom naar de motor, dan een tijdje niets, gevolgd door weer een periode wel en een periode niet. Als je dus bv.10% gas geeft, dan stuurt de regelaar 10% van de tijd alle stroom naar de motor, en 90% van de tijd niets. Bij half gas dus 50% van de tijd alles en 50% van de tijd niets. De stroom wordt dus puls-gewijs door de motor gestuurd. Bij vol gas wordt alle stroom continue naar de motor gestuurd, en is er dus geen puls meer. Dit pulseren gebeurt vele keren per seconde, en hoe vaak dit gebeurt wordt de frequentie genoemd, uitgedrukt in Hertz (1 Hz = 1 keer per seconde). Vele huidige eenvoudige regelaars, die nog gebaseerd zijn op de eerste ontwikkelingen van elektronische regelaars, hebben een frequentie van 50 Hz. De moderne stand van techniek is echter zo verbeterd, met veel betere accu's en hoogtoerige motoren die veel stroom trekken, dat dit niet meer voldoende is voor een adequate regeling van de nu verkrijgbare snelle motoren, en de gemiddelde regelaars hebben dan ook een frequentie van 3500 Hz. Dit geeft minder slijtage aan de motor (collector en borstels blijven langer heel) en er ontstaat minder warmte in de regelaar en de motor zelf. Waarom dit zo is, valt buiten het bestek van dit verhaal, en zult u van mij aan moeten nemen.
Waar onderscheiden zich de diverse regelaars? op te splitsen in:
Vol gas prestatie en acceleratie
Nauwkeurigheid van regeling
Remvermogen
Ontvanger- en servostroom verzorging.
Vol gas prestatie en acceleratie:
Deze hangt af (vooral de acceleratie) van de weerstand van de hele stroomkring, en dus ook van de weerstand van de regelaar. Hoe hoger de weerstand, des te minder stroom de motor krijgt.
De weerstand van de regelaar is afhankelijk van de weerstand van de gebruikte Fets (hoe minder weerstand een Fet heeft, hoe duurder hij is, en dus ook hoe duurder de regelaar is) en het aantal gebruikte Fets.
Hoe goed een Fet ook is, hij heeft altijd een bepaalde weerstand. Nu kan de weerstand van de regelaar verminderd worden, door meerdere Fets naast elkaar te plaatsen (parallel schakeling). In de meeste ontwerpen neemt men hiervoor 5 Fets. Nu loopt er door elke Fet maar 1/5 van de totale stroom, en is de totale weerstand van deze groep Fets ook maar 1/5 van die van n Fet. De Fets worden ook minder warm, waardoor de prestatie na een paar minuten gebruik ook nog zeer goed is. De weerstand van een Fet wordt nl. hoger naarmate hij warmer wordt, daardoor wordt het verlies weer groter, en de warmte productie hoger, waardoor de weerstand weer hoger wordt enzovoort.
Regelaar met achteruit:
De meeste top regelaars zijn niet voorzien van een achteruit, terwijl dat toch wel makkelijk zou zijn. Waarom is dat?
Bij een regelaar zonder achteruit ziet het aansluitschema er als volgt uit: De plus van de accu wordt rechtstreeks aangesloten op de plus van de motor, met een aftakking naar de regelaar om de plus aansluiting ook op de regelaar te hebben. De min van de accu wordt met een dikke draad naar de regelaar gevoerd, en via de Fets met een andere dikke draad naar de min van de motor. Op deze manier is de weerstand van de totale stroomkring zo laag mogelijk. Als een regelaar nu ook achteruit moet kunnen schakelen, moet de plus ook eerst via een stel Fets door de regelaar gevoerd worden, om de motor indien nodig om te kunnen polen, zodat hij achteruit gaat draaien. Dit tweede stel Fets heeft ook weerstand, en deze weerstand moet opgeteld worden bij de weerstand van de Fets in de minkant (serie schakeling). Als er dus 5 Fets in de min zitten, en 5 Fets in de plus, is de weerstand van de regelaar (in de vooruit stand) dus al twee keer zo hoog als van een regelaar die alleen vooruit kan, terwijl er al 2 keer zoveel (dure) Fets inzitten. Dan moet er ook nog een achteruit schakeling met Fets ingebouwd worden, dus zijn er nog meer Fets nodig. In de praktijk worden er meestal maar 2x 2 of 3 Fets in de vooruit gebruikt, en 2x2 Fets in de achteruit (die hoeft niet zo goed te zijn). Een regelaar die ook achteruit kan heeft dus veel meer weerstand ( 2 tot 4 keer zoveel) dan een regelaar in dezelfde prijsklasse die alleen vooruit kan. Dit hoeft geen probleem te zijn als een regelaar alleen voor de fun gebruikt wordt, maar voor wat serieuzer wedstrijdgebruik is zo'n regelaar absoluut niet aan te bevelen. Door de hogere weerstand van een regelaar met achteruit kan ook niet zo'n snelle motor gebruikt worden als bij een regelaar van dezelfde prijs zonder achteruit. Dus is bij de keuze wel of geen achteruit van groot belang wat voor eisen stelt de gebruiker aan de regelaar en wat gaat men er (later) mee doen.
Bij een regelaar zonder achteruit ziet het aansluitschema er als volgt uit: De plus van de accu wordt rechtstreeks aangesloten op de plus van de motor, met een aftakking naar de regelaar om de plus aansluiting ook op de regelaar te hebben. De min van de accu wordt met een dikke draad naar de
regelaar met voor- en achteruit. Achteruit met 2x2 fets, wat voor de achteruit voldoende is.
Vooruit heeft 5 Fets in de plus en 5 Fets in de min, daardoor 2 x zoveel weerstand in vooruit circuit als bovenstaande regelaar
regelaar gevoerd, en via de Fets met een andere dikke draad naar de min van de motor. Op deze manier is de weerstand van de totale stroomkring zo laag mogelijk. Als een regelaar nu ook achteruit moet kunnen schakelen, moet de plus ook eerst via een stel Fets door de regelaar gevoerd worden, om de motor indien nodig om te kunnen polen, zodat hij achteruit gaat draaien. Dit tweede stel Fets heeft ook weerstand, en deze weerstand moet opgeteld worden bij de weerstand van de Fets in de minkant (serie schakeling). Als er dus 5 Fets in de min zitten, en 5 Fets in de plus, is de weerstand van de regelaar (in de vooruit stand) dus al twee keer zo hoog als van een regelaar die alleen vooruit kan, terwijl er al 2 keer zoveel (dure) Fets inzitten. Dan moet er ook nog een achteruitschakeling met Fets ingebouwd worden, dus zijn er nog meer Fets nodig. In de praktijk worden er meestal maar 2x 2 of 3 Fets in de vooruit gebruikt, en 2x2 Fets in de achteruit (die hoeft niet zo goed te zijn). Een regelaar die ook achteruit kan heeft dus veel meer weerstand ( 2 tot 4 keer zoveel) dan een regelaar in dezelfde prijsklasse die alleen vooruit kan. Dit hoeft geen probleem te zijn als een regelaar alleen voor de fun gebruikt wordt, maar voor wat serieuzer wedstrijdgebruik is zo'n regelaar absoluut niet aan te bevelen. Door de hogere weerstand van een regelaar met achteruit kan ook niet zo'n snelle motor gebruikt worden als bij een regelaar van dezelfde prijs zonder achteruit. Dus is bij de keuze wel of geen achteruit van groot belang wat voor eisen stelt de gebruiker aan de regelaar en wat gaat men er (later) mee doen.
Kortom:
Een regelaar die ook achteruit kan, presteert in de VOORUIT stand altijd minder dan een regelaar van dezelfde prijs of zelfs een goedkopere, die alleen maar vooruit kan! Wil je toch een regelaar met achteruit, dan moet je een wat minder snelle motor (een motor met meer wikkelingen) monteren.
Nauwkeurigheid van regeling.
Eigenlijk een zeer belangrijke eigenschap, aangezien een regelaar in principe juist aangeschaft wordt om de snelheid te kunnen regelen. Regelaars van verschillende merken maar in dezelfde prijsklasse, gebruiken meestal dezelfde types Fets, en de Vol gas prestatie ontloopt elkaar dan ook niet veel. De regelbaarheid is afhankelijk van het ontwerp, en hierin is juist een heel groot verschil.
Op de eerste plaats speelt de frequentie hierbij een rol, hoe hoger de frequentie, hoe beter de regelbaarheid is over het algemeen. Daarbij komt, dat ook een elektronische regelaar niet volledig traploos werkt, maar een bepaald aantal stappen heeft tussen 0 en Vol gas. Meestal zijn dit er ongeveer 15, maar de moderne duurdere regelaars hebben tot 256 stapjes tussen 0 en Vol gas. Dit geeft meer gevoel in de regeling.
Maximum Amperage
Veel fabrikanten geven een max. amperage op wat een desbetreffende regelaar zou kunnen leveren. Hiervoor zijn echter vele verschillende manieren van specificeren mogelijk, en deze waarden zijn meestal niet vergelijk-baar. De weerstand van de regelaar, opgegeven in Ohm of in V/A is een veel betrouwbaarder vergelijk. (Als de fabrikant rele waarden opgeeft!)