als je een stilstaande prop, met een beetje gangbare spoed/diameter verhouding stilzet in bewegende lucht, raken de bladen aan de achterkant overtrokken (profiel is op kop in deze modus ook), de lift van de bladen vrij weinig, en aangezien die lift wel naar achteren staat is ook de effectieve weerstand vrij weinig.
als je nu de prop langzaam steeds sneller laat draaien neemt de snelheid van het blad toe, en ook de invalshoek wordt minder. op een gegeven moment unstallen de bladen, op dat moment hebben ze ook een verhoogde snelheid en kan er veel lift ontstaan,
die schuin naar achteren werkt en zo een nog groter koppel die nog sneller wil draaien, en een grote component naar achteren, die zich vertaald in die remmende kracht van een draaiende prop (een windmolen doet hetzelfde op de paal btw., en die kracht doet ook een zeilboot hellen indien van toepassing).
laat je de prop nog sneller draaien word de invalshoek veel minder en de kracht ook.
op een gegeven moment bewegen de bladen met cL0, en dus met bijna geen kracht in de richting van de as, maar de motor drijft de weerstand aan. (vlak hieronder is het geval van een heel grote los meedraaiende prop van een rubbermodel). als dan de absolute weerstand van de bladen groot is door een hoge eigen snelheid, zal het koppel om dat aan te drijven en dus de kracht tegen de vliegrichting in verhouding tot de kist al best groot zijn. (freewheelende hotliner zeg maar)
laat je de prop nog sneller draaien gaat de invalshoek de andere kant op (propeller modus), de motor levert een koppel, en de voorwaartse component van de lift van de bladen werkt in de vliegrichting.