4takt brandstof in 2takt motor

Kan het even niet plaatsen johan.. vind je nu echt dat ik gelijk heb, of vind je dat juist niet? :P
 
Je hebt gelijk...

Als je die brandstoffen gebruikt, dan zal je altijd een vettig residu aantreffen.

Een vol syntheet zou volledig verbranden.......

Johan
 
een jaar of wat geleden was ik bij wim derksen in veenendaal, en die was daar ook mee bezig, hij ging zelf tot 3% volgens zijn zeggen... persoonlijk lijkt me dat echt niet te doen, maar hij beweerde dat ze er goed mee proefdraaiden....

Die man zei wel eens meer ;)
Krijg nog de kriebels van die man.

Moet wel zeggen dat ik bij mn 18cc 4T op 20/20 cool power lang niet zoveel olie op mn model heb hangen als na een vluchtje met een 6.5cc 2t.
Of ligt aan de luchtstroming of er blijft toch minder residu over.
 
Laatst bewerkt:
Dat verschilt per motor, denk ik. Ik heb nog nooit een grotere smeerkees gezien dan m'n Saito FA82. Kwam voornamelijk doordat Saito de velocity stack weggelaten heeft en als optie levert.
 
Hallo Allemaal,

Ik heb deze discussie met veel interesse zitten lezen, en er vallen me een paar dingen op:

Wonderolie, dient niet om de smering bij extreme temperaturen te garanderen, want wonderolie is (veel) minder temperatuurbestendig als om het even welke syntheet die tegenwoordig in modelbrandstoffen gebruikt word. De viscositeit van Wonderolie is ook slechter bij hoge temperaturen. Wonderolie heeft echter wel een ongeëvenaarde "benatting" wat wil zeggen, dat de oliefilm zich in verhouding zeer lastig van een metaaloppervlak laat verwijderen, en dus een goede grenssmering waarborgt. Het maakt je motor hierdoor minder gevoelig voor kortdurende tekorten aan smering, bijvoorbeeld als je een motor afzet door de brandstoftoevoer dicht te knijpen. Tenminste, dat is wat ik me herinner van het vak "brandstoffen, smeermiddelen en materialen", waar weliswaar geen modelbouw behandeld werd, maar wel de diverse smeermiddelen.

Een viertakt loopt naar mijn beste weten juist beter met minder olie, al zal er uiteraard een minimum zijn. Wil Snitjer heeft reeds twintig jaar geleden (Hobby Bulletin bestond toen nog, en Klotz en Carbulin Speed waren net uitgevonden) een jaar als test gevlogen met een OS FS40, met maar 5 % olie, en kon geen verhoogde slijtage ontdekken. Als ik lieg, lieg ik in commissie. En tevens, ik heb zelf vijf jaar met een viertakt heli gevlogen (OS FS 91 Surpass in een schaalheli van 7 kg) die volgens aanbeveling van Vario, na een grondige inloopperiode met maar 10% olie en 10% nitro draaide. En dat ging perfect. Vario claimde destijds, dat iedere extra procent olie boven de tien, de cylindertemperatuur met 3~5 graden verhoogde. ik heb het nooit kunnen meten, maar ik heb in deze motor ooit coolpower 20/20 gebruikt, en dat wilde niet, de motor liep ondanks vette afstelling erg warm en niet mooi.

Dat een volsyntheet die in modelbrandstof gebruikt word, volledig zou verbranden, is ook iets wat ik durf te betwijfelen: de smeermiddelen die in modelbrandstof gebruikt worden (meestal glycolen), zijn feitelijk uiterst moeilijk te verbranden. Je kunt deze olieën op geen enkele manier vergelijken met de smeerolie in bijv je auto (die wel prima branden wil), behalve dan dat ze allebei vet zijn en smeren.

Groet, Bert
 
Wonderolie is veel temperatuurbestendiger.. in de zin van dat het ook niet 'goed' blijft, maar wel z'n smerende werking behoud. Dit in tegenstelling tot syntheten die gewoon ophouden met smeren.
 
Dit stuk komt de website met de link beneden. Voor personen die het Engels wat lastig vinden heb ik een vertaling bijgesloten, welke ik ooit voor ons clubblad gemaakt heb.

CASTOR OIL
By Bert Striegler.
Back in 1983 there was quite a controversy in Radio Control Modeler magazine about the tests that were necessary to measure the "lubricity" of various oils that might be useful in model engines. Castor oil was used as the benchmark, but it was obvious no one knew why this was so. They apparently got a lot of info on various industry tests of lubricants, but these were really designed for other purposes. This was my answer. I will remind you that I was a lubrication engineer and not a chemist, but I drew my chemical info from Bob Durr, the most experienced lubricant scientist in the labs at Conoco. Bob worked with my group on many product development projects and I can tell you that he is one smart hombre! Small changes were made in the text, but surprisingly very little has really changed since this was originally written. Here goes with the answer:

"I thought I would answer your plea for more information on castor oil and its "film strength", which can be a very misleading term. I have never really seen a satisfactory way to measure the film strength of an oil like castor oil. We routinely use tests like the Falex test, the Timken test or the Shell 4-ball test, but these are primarily designed to measure the effect of chemical extreme pressure agents such as are used in gear oils. These "EP" agents have no function in an IC engine, particularly the two-stroke model engine types.

You really have to go back to the basics of lubrication to get a better handle on what happens in a model engine. For any fluid to act as a lubricant, it must first be "polar" enough to wet the moving surfaces. Next, it must have a high resistance to surface boiling and vaporization at the temperatures encountered. Ideally the fluid should have "oiliness", which is difficult to measure but generally requires a rather large molecular structure. Even water can be a good lubricant under the right conditions.

Castor oil meets these rather simple requirements in an engine, with only one really severe drawback in that it is thermally unstable. This unusual instability is the thing that lets castor oil lubricate at temperatures well beyond those at which most synthetics will work. Castor oil is roughly 87% triglyceride of ricinoleic acid, [ (CH3(CH2)5CH(OH)CH2CH=CH(CH2)7COO)3(OC)3H5 ], which is unique because there is a double bond in the 9th position and a hydroxyl in the 11th position. As the temperature goes up, it loses one molecule of water and becomes a "drying" oil. Another look at the molecule. Castor oil has excellent storage stability at room temperatures, but it polymerizes rapidly as the temperature goes up. As it polymerizes, it forms ever-heavier "oils" that are rich in esters. These esters do not even begin to decompose until the temperature hits about 650 degrees F (343 deg C). Castor oil forms huge molecular structures at these elevated temperatures - in other words, as the temperature goes up, the castor oil exposed to these temperatures responds by becoming an even better lubricant!

Unfortunately, the end byproduct of this process is what we refer to as "varnish." So, you can't have everything, but you can come close by running a mixture of castor oil with polyalkylene glycol like Union Carbide's UCON, or their MA 731. This mixture has some synergistic properties, or better properties than either product had alone. As an interesting sidelight, castor oil can be stabilized to a degree by the addition of Vitamin E (Tocopherol) in small quantities, but if you make it too stable it would no longer offer the unusual high temperature protection that it did before.
Castor oil is not normally soluble in ordinary petroleum oils, but if you polymerize it for several hours at 300 degrees F (149 deg C), the polymerized oil becomes soluble. Hydrogenation achieves somewhat the same effect.

Castor oil has other unique properties. It is highly polar and has a great affinity for metal surfaces. It has a flash point of only 445 degrees F (229 deg C), but its fire point is about 840 degrees F (449 deg C)! This is very unusual behavior if you consider that polyalkylene glycols flash at about 350-400 degrees F (176-204 deg C)and have a fire point of only about 550 degrees F (288 deg C), or slightly higher. Nearly all of the common synthetics that we use burn in the combustion chamber if you get off too lean. Castor oil does not, because it is busily forming more and more complex polymers as the temperature goes up. Most synthetics boil on the cylinder walls at temperatures slightly above their flash point. The same activity can take place in the wrist pin area, depending on engine design.

Synthetics also have another interesting feature - they would like to return to the materials from which they were made, usually things like ethylene oxide, complex alcohols, or other less suitable lubricants. This happens very rapidly when a critical temperature is reached. We call this phenomena "unzippering" for obvious reasons. So, you have a choice. Run the engine too lean and it gets too hot. The synthetic burns or simply vaporizes, but castor oil decomposes into a soft varnish and a series of ester groups that still have powerful lubricity. Good reason for a mix of the two lubricants!

In spite of all this, the synthetics are still excellent lubricants if you know their limitations and work within those limits. Used properly, engine life will be good with either product. Cooked on a lean run, castor oil will win every time. A mix of the two can give the best of both worlds. Most glo engines can get by with only a little castor oil in the oil mix, but diesels, with their higher cooling loads and heavier wrist pin pressures, thrive on more castor oil in the mix.

Like most things in this old life, lubricants are always a compromise of good and bad properties. We can and do get away with murder in our glo engines because they are "alcohol cooled" to a large degree. Diesels, though, can really stress the synthetics we use today and do better with a generous amount of castor oil in the lubricant mix. Synthetics yield a clean engine, while castor oil yields a dirty engine, but at least now you know why! "
Bert Striegler
Bert was the Sr. Research Eng'r. (ret.) at Conoco Oil Co. He's a graduate in aeronautical eng'rg., and a long time modeler. I never understood how he wound up in the oil research business, but I guess it's because he's just very smart ! I deserve no credit, Bert's the brain ! /George M. Aldrich
http://www.plasma.kth.se/~olsson/castor.html

Synthetische olie of wonderolie?

Vertaald uit het Engels door Rob de Wildt.

Ik vond dit artikel op het internet in het Engels en het beantwoorde een oude en “brandende” vraag over welke smeerolie nu eigenlijk te gebruiken. Meer precies, wat zijn nu eigenlijk die wonderlijke eigenschappen van Castor olie (merknaam) danwel Risinus olie (latijnse naam) of wonderolie (volksmond). Ik wilde het niemand onthouden, dus heb ik het effe vertaald.

Door Bert Striegler.

In 1983 was er een controverse gaande in Radio Control Modeler Magazine over de tests die nodig zouden zijn om de smeereigenschappen van verschillende soorten modelmotor smeerolie te meten. Wonderolie werd als richtlijn gebruikt, maar niemand wist eigenlijk waarom. Er was veel data beschikbaar van allerlei industrieële testen die eigenlijk voor heel andere toepassingen ontwikkeld waren. Dit is mijn antwoord. Ik wil u er aan herinneren dat ik een smeermiddelspecialist was en geen scheikundige. Mijn scheikundige informatie komt van Bob Durr, de meest ervaren smeermiddel scheikundige uit de laboratoria van Conoco (3na grootste energieleverancier in de USA, RdW) Bob werkte met mijn groep aan verschillende product ontwikkelingen en ik kan u verzekeren dat hij een slimme vent is! Ik heb kleine dingen veranderd in de tekst, maar er is sinds dien erg weinig veranderd. Hier komt het antwoord:

“Ik vond dat ik maar eens gehoor moest geven aan je verzoek om meer informatie over wonderolie en zijn “film sterkte”, wat een erg misleidende term kan zijn. Ik heb nog nooit een bevredigende manier gevonden om de film sterkte van een olie als wonderolie te meten. Gewoonlijk gebruiken we testen als de Falex test, de Timken test of de Shell 4-bal-test, maar deze zijn voornamelijk ontwikkeld om de efficiëntie van chemische hoge druk resistentie toevoegingen te meten, zoals die bijvoorbeeld gebruikt worden in olie voor tandwielen. Deze “hoge druk” toevoegingen hebben helemaal geen nut in een inwendige verbrandingsmotor, en al helemaal niet in 2-takt model motoren.

Je moet terug gaan naar de basis van smering om een beter inzicht te krijgen in wat er gebeurd in een model motor. Om een vloeistof als smeermiddel te laten werken moet het “polair” genoeg zijn om de bewegende opervlakken “nat” te houden. Vervolgens moet het ook hoog resistent zijn tegen koken aan de oppervlakte en verdamping bij de temperaturen waaraan het blootgesteld word. De vloeistof zou ideaal gezien olie-achtig moeten zijn, iets wat moeilijk te meten is, maar moet over het algemeen beschikken over een grote molekuul structuur. Zelfs water kan onder bepaalde omstandigheden een ideaal smeermiddel zijn.

Wonderolie combineert deze simpele eisen bij gebruik in een motor met eigenlijk maar één nadeel, het is thermisch onstabiel. Maar deze ongewone onstabiliteit is nu net de eigenschap die er voor zorgt dat wonderolie zijn werk nog doet bij temperaturen waar synthetische smeermiddelen al lang hun taak verzaken. Wonderolie bestaat voor 87% uit triglyceride van Ricinolinezuur
[( CH3(CH2)5CH(OH)CH2CH=CH(CH2)7COO)3 (OC)3H5], die uniek is vanwege de dubbele binding in de 9e positie en een hydroxyl heeft in de 11e positie. Als de temperatuur stijgt verliest het één water molekuul en wordt het een “drogende” olie.

Een andere kijk op het molekuul.
Wonderolie heeft een enorme stabiliteit tijdens opslag bij kamertemperatuur, maar polymeriseert snel als de temperatuur omhoog gaat. Terwijl de temperatuur omhoog gaat, vormt het steeds “zwaardere” olieën met een hoog gehalte aan esthers. De esthers blijven intakt tot een temperatuur van zo’n 343º Celcius. Bij deze hoge temperaturen vormt wonderolie enorme molekulaire strukturen. Met andere woorden, als de temperatuur stijgt, reageert wonderolie door een nog beter smeermiddel te worden!

Jammer genoeg kennen we het bijprodukt van al deze aktiviteit als de beroemde bruine “vernis”. Dus, je kunt niet alles hebben, maar je kunt wel dicht in de buurt komen door een mengsel van wonderolie met polyalkylene glycol, zoals bijvoorbeeld UCON van Union Carbide, of hun MA731. Zo’n mengsel bied een synergie, de gezamenlijke eigenschappen zijn beter dan die van de produkten op zich. Een interessant puntje is verder dat wonderolie gestabiliseerd kan worden door de toevoeging van vitamine E (Tocoferol) in kleine hoeveelheden, maar als je het te stabiliel maakt gaat de buitengewone bescherming bij hoge temperaturen juist weer verloren doordat het zojuist verklaarde mechanisme niet meer werkt.

Wonderolie is normaal niet oplosbaar in normale anorganische olieën, maar na een polymerisatie van enkele uren bij 149 graden wordt de olie wel oplosbaar. Met hydratatie is ongeveer hetzelfde effect te bereiken.

Wonderolie heeft nog meer unieke eigenschappen. Het is sterk polair en heeft een grote affiniteit voor metalen oppervlakken. Het heeft een vlampunt (temperatuur waarbij genoeg damp vrijkomt om een door een ontstekingsbron begonnen vlam in stand te houden RdW) van maar 229º C, maar het zelfontbrandingspunt is ongeveer 449º C! Dit is erg buitengewoon gedrag als je bedenkt dat polyalkylene glycolen een vlampunt hebben van 176-204ºC en een zelfontbrandingspunt hebben van maar zo’n 288º C. Bijna alle synthetische smeermiddelen branden in de verbrandingsruimte als de motor te schraal loopt. Wonderolie doet dit niet omdat het druk bezig is met het vormen van complexe polymeren terwijl de temperatuur omhoog gaat. De meeste synthetische smeermiddelen koken op de cylinderwand bij temperaturen weinig hoger als hun vlampunt. Afhangkelijk van het motorontwerp kan dat ook gebeuren bij de zuigerpen.

Synthetische smeermiddelen hebben nog een andere interessante eigenschap, ze keren bij voorkeur terug naar de componenten waaruit ze zijn samengesteld. Gewoonlijk stoffen als ethyleen-oxide, complexe alcoholen of ander minder geschikte smeermiddelen. Dit proces vindt heel snel plaats als de kritische temperatuur wordt overschreden. Het fenomeen heet om duidelijke redenen “ontritsen”. Dus, u heeft een keuze. Draai de motor te schraal en hij wordt te heet. Het synthetische smeermiddel verbrandt of verdampt, maar wonderolie ontleed in een zachte vernis en een serie esther groepen die nog steeds krachtige smeereigenschappen hebben. Een goede reden voor een mengsel van de twee smeermiddelen!

Ondanks alles zijn synthetishe smeermiddelen geweldig goed als je ze maar gebruikt binnen hun grenzen. Mits goed toegepast zal met beide producten de levensduur van de motor goed zijn. Maar als de motor wordt “gekookt” bij een schrale loop zal wonderolie altijd winnen. Met een mix van beide producten kunnen de goede eigenschappen gecombineerd worden. De meeste gloeiplug motoren redden het al met maar een klein beetje wonderolie in die mix, maar diesels met hun hogere thermische werkpunt en hogere zuigerdruk, gedeien het beste met meer wonderolie in de mix.

Zoals de meeste dingen op deze wereld zijn smeermiddelen altijd een compromis tussen goede en slechte eigenschappen. We komen weg met “moord” in onze modelmotoren omdat ze ook sterk “methanol” gekoeld zijn. Diesels overschrijden echter zeker de grenzen van hedendaagse synthetische smeermiddelen en zijn beter af met een flinke hoeveelheid wonderolie in de smeermix.
Synthetische middelen houden de motor schoon en aan wonderolie houdt u een vieze motor over, maar in elk geval weet u nu waarom!”

Bert Stiegler

Bert was de senior onderzoeks engineer bij Conoco Olie & Co. Hij is afgestudeerd in aeronautische engineering en modelbouwer in hart en nieren. Ik heb nooit begrepen hoe hij in de olie industrie is verzeild, maar waarschijnlijk omdat hij enorm slim is! Mij valt geen eer toe, Bert is de knobbel!
George M. Aldrich (overleden RdW)

Voor de volledigheid nog even de bronvermelding van het artikel:
http://www.plasma.kth.se/~olsson/castor.html

Happy Landings,
Robke
 
Laatst bewerkt:
Als ik het bovenstaande artikel goed begrijp, dan kun je ontgummen wat je wilt. Het pure component wonderolie ontleed in allerlei dikke en zware stofjes die de motor zullen bevuilen, evenals het klepmechanisme.
Maar wel smeren als de beste.
 
Je zit wel erg vast op 1 ding Robke. Een brandstofmotor vervuilt altijd, ongeacht welke olie je erin stopt.

Feit is dat in 99% van alle modelbouwbrandstoffen op z'n minst een paar procent degummed wonderolie zit en dat dat niet zonder reden is. Feit is ook dat je daar niets van merkt mbt. vastzittende kleppen enzo.

Ja als je 'good old wonderolie' pakt, 20%, daar 80% methanol bijgooit en dat in je viertakt gooit, dan geloof ik wel dat je na een jaar vliegen ofzo, of als je motor wat langer stilgestaan heeft, je last hebt van de door jou gevreesde fenomenen.

In het brandstofforum hoor je eigenlijk nooit mensen klagen over vastzittende kleppen, terwijl er best veel mensen zijn die viertakt vliegen en dus allemaal met een aandeel wonderolie in hun brandstof. Daaruit concludeer ik dat het probleem wat jij aanhaalt, in de praktijk bij de hedendaagse brandstoffen gewoon niet voorkomen.
 
Kijk eens even waar de quotation tekens ophouden.
En Hezik, dit is een open discussie, ik vind het niet fris om mensen persoonlijk op hun mening aan te vallen.
Verder is het zo dat onze zienswijze helemaal niet ver uit elkaar ligt, jij wilt graag een soort Orwelliaans gelijk hebben, zou bij deze mag je dat!
En bovendien, ik zit niet "vast" op dat punt, ik berust mijn standpunt op een wetenschappelijk stuk met bronvermelding.

Er zijn op dit forum vele draadjes te vinden over vastzittende motoren en vervuiling. Het forum gaat vooruit met het beschikbaar stellen van juiste informatie, niet van l*llen in de ruimte.

Verder is het natuurlijk zo dat we ook terug moeten naar het onderwerp van dit draadje.
Er zijn tegenwoordig smeermiddelen die een modelmotor zonder problemen laten lopen met een lagere olie aandeel, dat is juiste informatie, en daar ging de oorspronkelijke vraag over
 
Laatst bewerkt:
Wonderolie, dient niet om de smering bij extreme temperaturen te garanderen, want wonderolie is (veel) minder temperatuurbestendig als om het even welke syntheet die tegenwoordig in modelbrandstoffen gebruikt wordt


Mochten de fabrikanten van syntheten willen, dat halen ze bij lange na niet.

Het is dat wonderolie zo'n smeerboel geeft, anders zou ik niets anders gebruiken.


Johan
 
Wonderolie is minder stabiel, alleen is de uitkomst van die onstabiliteit bij wonderolie heel anders dan bij syntheten.
Lees het bovenstaande stuk maar eens, daar staat precies in wat het verschil is.
 
Laatst bewerkt:
En Hezik, dit is een open discussie, ik vind het niet fris om mensen persoonlijk op hun mening aan te vallen.

Huh? Waar val ik iemand persoonlijk aan dan? Ik voer ook gewoon de discussie mee, net als ieder ander, als iemand zich persoonlijk door mij aangevallen voelt, mijn excuses daarvoor, dat is echt niet de bedoeling.

En bovendien, ik zit niet "vast" op dat punt, ik berust mijn standpunt op een wetenschappelijk stuk met bronvermelding.

Ah, ok dat bedoelde je met persoonlijke aanval, dan begrijp ik het. Zo bedoelde ik het niet.

Ik had de indruk dat je echt vond dat wonderolie alleen maar troep opleverde, kennelijk heb ik dat verkeerd gezien, excuses daarvoor dan :)
 
Ik ben een fuel-o-fobeet, maw ken - nog - niets van brandstofmotoren. Echter sta ik wel een beetje verbaasd over de mengsels voor 2T en 4T

Als ik bvb voor een DA-50 op zoek ga (of de DL-50), vind ik op de site vermeldingen naar de te gebruiken brandstof: 2stroke regular gas mixed 30:1.

Is dit dan een mengsel van methanol en een aantal smeermiddelen (al dan niet met 'wonderolie')? Of gaat deze discussie over de zgn 'glow engines' en niet de 'gas engines' waar wel gewone benzine gebruikt wordt?

Graag opheldering hierover a.u.b.

Dank,
Luc
 
Als je op je zoektocht naar de DA-50 of DL-50 gelezen had of naar de plaatjes had gekeken zie je dat deze motoren een ontsteking hebben.
Dus inderdaad dit zijn geen Glow motoren.
 
Dit verhaal gaat over methanol motoren. Waarbij de smering gebeurd door in de methanol 1 of verschillende soorten olie op te lossen.
Voor benzine 2T is het verhaal niet wezenlijk verschillend, maar de verhoudingen brandstof/olie liggen duidelijk anders
 
Mochten de fabrikanten van syntheten willen, dat halen ze bij lange na niet.

Het is dat wonderolie zo'n smeerboel geeft, anders zou ik niets anders gebruiken.


Johan

Nou, als je dat artikel wat Robke plaatste goed leest, dan staat daar dat Wonderolie bij toenemende temperatuur verandert (enb als het verandert, is het dus niet "bestendig"want de eigenschappen veranderen). Daar verbeteren de smeereigenschappen van, en dat geloof ik best. MAAR: er staat ook, dat het resultaat van al deze chemische activiteit de bruine aanslag is.

Nu herinner ik mij een ding van vroeger, toen ik nog brandstof gebruikte met uitsluitend wonderolie: Om de zoveel tijd, moest ik motoren uit elkaar halen, en deze aanslag verwijderen, want het was niet bevordelijk voor het motortje, al die derrie (een dikke laag kool op de zuiger verhoogt niet alleen de compressie en dus verbrandingstemperatuur, maar verstoort ook de balans). Moderne syntheten zullen wellicht bij een temperatuur uit elkaar vallen waar wonderolie nog smeert, maar TOT die temperatuur vallen ze niet uit elkaar en blijven de smeereigenschappen volledig behouden. Bij deze tempertuur is wonderolie, weliswaar nog volop smerend, wél bezig mijn motor te vervuilen, en toekomstige problemen te veroorzaken.
Resultaat: mijn helimotor die op dit moment al zeven jaar zonder problemen zijn werk doet, en zowel van binnen als van buiten nog brandschoon is, had (zelfs met kleine aandelen wonderolie) anders al meerdere keren geheel schoongemaakt moeten worden. Mijn mening: syntheten zijn temperatuurbestendiger, ook al blijft wonderolie op hoge temperatuur goed (of zelfs beter) smeren.
Niet alleen dat: na de eerste 25 liter brandstof merk X (2% wonderolie) zat de reso-uitlaat zodanig dicht, dat ik bijna de motor thermisch beschadigd heb, de eerste sporen van vreten rond de uitlaatpoort waren er al, ondanks de (naar ik nu pas weet) goede smeereigenschappen van wonderolie op hoge temperaturen. Na met grote ogen gekeken te hebben hoeveel kool er uit die uitlaat kwam, overgegaan op brandstof zonder wonderolie. Nooit meer last van verstopte uitlaten gehad, en het vreten is volledig tot staan gebracht.

Tweede punt: op mijn werk, moet ik als ik een vernisafzetting constateer in cylindervoeringen, deze verwijderen door middel van honen, omdat anders de oppervlaktestructuur (het visgraatpatroon) dichtslibt en de voering te glad word. Hierdoor kan de oliefilm moeilijker standhouden, en hoe gek het ook klinkt: een te glade voering leid tot "zuigervreten". Ook modelmotortjes hebben een voering die van zo'n visgraatpatroon zijn voorzien. Wonderolie=vernisvorming: nogmaals, wonderolie, nee dank u, want ik heb weinig zin om thuis ook nog eens een ienieminie voerinkje te moeten honen.

Daarbij, wat is het nut van een hoogtemperatuurbestendige olie in een motor die op methanol draait? Benzinemotoren draaien met veel hogere temperaturen, en juist daar is men in de racerij al heel vroeger opgehouden met wonderolie te gebruiken, omdat er niet tegen schoon te maken viel. Lijkt me duidelijke zaak vanuit de praktijk, wat een labtest over verbrandingstemperaturen ook mag uitwijzen.

Ieder moet voor zich weten wat hij voor brandstof gebruiken wil, maar voor mij is het wel duidelijk: Wonderolie is MINDER geschikt, dan menigeen denkt, en ik hoef het niet.

Groet, Bert
 
Laatst bewerkt:
Je verhaal klopt niet helemaal. Robke's verhaal vertelt indererdaad dat wonderolie veranderd bij hoge temperaturen, maar daar komt niet die vernislaag vandaan waar jij het over hebt.

Die laag krijg je namelijk bij 'ouderwetse' wonderolie ook bij normale verbrandingstemperaturen en is afkomstig van de 'gum'.

De-gummed wonderolie doet dit niet of nauwelijks. Ook niet bij oververhitting.

Ik heb bv. een OS46FXi liggen waar zo'n 20 gallon coolpower 5% mee weggevlogen is (waar dus een mengsel in zit van een syntheet en iets van 2% degummed 'cleancastor' oftewel wonderolie) en daar zit 0,0 van de aanslag op waar jij het over hebt. Die hoeft niet schoongemaakt te worden, al jas je er 1000 gallon coolpower (met wonderolieaandeel) door.

Jouw mening kan wel zijn dat syntheten beter temperatuursbestendig is, alleen is dat geen kwestie van meningen, maar van wetenschappelijke feiten, en het is dus gewoon NIET zo. Althans, voor de goede orde, voor de regulier verkrijgbare modelbouw-syntheten, geldt dit dus ZEKER niet.

Welke syntheet gebruik je?
 
We zijn het eigelijk gewoon eens hoor, Brutus, ik hoef wonderolie ook niet.

alleen....
Mijn mening: syntheten zijn temperatuurbestendiger, ook al blijft wonderolie op hoge temperatuur goed (of zelfs beter) smeren.

Moet je zelf eens nalezen wat je schrijft.....dat is toch een tegenstrijdigheid....

Wonderolie smeert als de beste, maar het geeft zo'n aanslag.. bruine resten.....
Dat wil ik niet.

Dus ik neem genoegen met een syntheet, die minder smeert, toch nog iets
van wonderolie in zich heeft en aldus volledig voldoet aan mijn hobby eisen.

Ik heb ook motoren van 8 jaar, die nog als nieuw draaien.

Johan
 
Laatst bewerkt:
Back
Top