Ad Bakker
In Memoriam
Bouwverslag ss Rotterdam 1:200 (deel 31)
Zo juist een nieuwe aflevering van mijn verslag in mijn weblog geplaatst. Ik had al in de schipperskroeg aangekondigd dat ik weer een verslagje ging plaatsen. Dat "je" moet ik achteraf maar terugtrekken, oordeel zelf maar:
Bouwverslag ss "Rotterdam" (V) schaal 1:200 (deel 31)
Er zijn drie "toppen" op de Rotterdam, de radarmast op het stuurhuistopdek, de antennmast op het observatie topdek en de rookuitlaten op het ketelhuis topdek. Ik ben de laatste tijd met alledrie parallel bezig geweest, omdat er nogal wat wachttijden tussen zitten in verband met opdrogen van spuitwerk en het "verzamelen" van etsonderdelen totdat er weer een plaatje vol is.
Wat betreft het etsen weer eens een onverwachte situatie meegemaakt. Plotseling kreeg ik etsplaatjes die maar gedeeltelijk goed dooretsten, mat name onderdelen aan de randen van de plaatjes. Aanvankelijk zocht ik dat in mijn belichtingsraam dat ik op de zonnebank gebruikte. Ik kreeg het vermoeden dat de randen wellicht wat minder belicht werden door schaduwwerking van de aluminiun profielen die ik op het glas had gelijmd om doorbuiging van het glas zoveel mogelijk tegen te gaan. Gelijk maar de knoop doorgehakt en een nieuw raam gemaakt dat een ruimere marge heeft tussen de profielen en het te belichten oppervlak. Resultaat (na een dag werk, en een maar niet te noemen aantal €'s): nul komma niks, eigenlijk alleen maar slechter. Na lang nadenken viel eindelijk het kwartje: het moest aan de belichting liggen en omdat de ontwikkeling onvoldoende was, moest de oplossing wel in langer belichten gevonden worden. Dat klinkt zo logisch, maar daarbij moet je wel bedenken dat ik nu al een jaar qua belichtingstijd altijd 50 tot 60 seconden heb aangehouden, en daarmee nog nooit problemen had gehad. Dus toen toch maar weer een plaatje gedaan met 90 seconden belicht. En jawel, bingo: het zag er weer perfect uit. Een lange en dure les om erachter te komen dat de UV intensiteit van zonnebanklampen ook achteruit gaat. En ik mijn vrouw maar vertellen dat door de korte belichtingstijden die lampen daar niets van merken.....
Ik had me dus voorgenomen om telkens een nieuwe aflevering van dit verslag te plaatsen als één van de "hoogtepunten" klaar was. En dat is nu de antennemast op het observatietopdek geworden. Hoewel dit de kleinste is (op schaal 32,5 mm hoog), heeft hij toch de nodige ontwerpproblemen gegeven. Het uiteindelijke ontwerp is hieronder weergegeven (met de Euro munt voor Jan):
In het midden van het rechtse deel de voetplaat met links en rechts de zijwanden die met een ingeëtste vouwlijn aan de voetplaten vastzitten. Links ligt de achterwand, waarin in werkelijkheid een ladder is aangebracht, zoals op onderstaande foto goed te zien is.
(foto geplaatst met toestemming van Onno Heesbeen)
Ik heb dat proberen te simuleren door de ruimte tussen de laddertreden éénzijdig in te etsen. Voor het geval dat dit niet wilde lukken had ik ook nog wel een "gladde" achterwand meegeëtst, maar die had ik gelukkig niet nodig. Oorspronkelijk had ik de voetplaat en zijwanden als aparte onderdelen gemaakt, maar toen ik dat 1:1 in m'n handen had (op het beeldscherm zit je soms ongemerkt 10xvergroot te werken) was me al snel duidelijk dat ik dat nooit goed aan elkaar zou krijgen. Dit bleek een goede oplossing
Opgevouwen komen de zijwanden aan de voorkant over de helft van de lengte direct aan elkaar, want de werkelijke afronding daar is 60 mm, 0,3 mm op schaal 1:200 en dat is precies de materiaaldikte. Naar de voet neemt die afrondingsstraal toe, en daar heb ik de ruimte omgevuld met Milliut putty (meer daarover bij de rookuitlaten en radamast) en zo goen en zo kwaad als dat ging de ronding erin geschuurd. Van de verdere bouwstadia heb ik helaas geen foto's gemaakt, eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat bovenstaande foto met losse onderdelen ook achteraf is gemaakt van "reserve" onderdelen. Dit soort kritische delen stop ik vaak in twee- of drievoud in een etsplaat en deze bleek ik achteraf niet nodig te hebben.
Het dekhuisje waarop de mast komt te staan was ook nog wel even een puzzel. Daarvan is werkelijk niets loodrecht. De voorwand heeft de gebruikelijke helling van 4°, de zijwanden lopen naar achter taps toe en staan ook nog onder een hoek van 4°, en in het dekje erop zit ook nog een knik. Hier had ik geen reserve versies van om een foto van te maken, omdat ik de eerste verprutste en het uiteindelijk met de reserve delen wel is gelukt. Daarom maar even een afdruk van de tekening van de delen waaruit dit huisje is gemaakt.
Wat groen is wordt alleen aan de voorzijde aangeëtst, rood alleen aan de achterzijde. Op de plaats van de groene vlakken komen de ventilatieroosters, en de groen omlijnde rechthoeken in de zijwanden geven de plaats van deuren aan.
Het "vouwen" van het gedeelte voor de voor- en zijwanden gaf nog wel de nodige problemen, maar uiteindelijk is dit wel gelukt. Wat betreft die hoeken waaronder de diverse zaken staan nog een aardig detail. Zoals gezegd, alle voorfronten van dekhuizen staan onder 4° met de vertikaal, maar voor de rest:
- radarmast 5°
- antennemast 6°
- rookuitlaten 7°
dus steeds van voor naar achter iets schuiner. Een (scheeps)architect zal daar wel een prachtig verhaal bij hebben, maar ik heb toch veel foto's bekeken en nooit dat verschil kunnen waarnemen, wat overigens natuurlijk alleen maar kan als je het schip van verre afstand zuiver "en profil" ziet. Ik zal hier maar niet verder uitwijden over mijn frustraties met architectonische "kunststukjes". Voordeel is dat het hier waarschijnlijk niet ten koste van de functionaliteit gaat, wat helaas bij de architectuur van gebouwen nogal eens wel het geval is.
Verder komt er op dit dek nog wat relingwerk (afbakening van het gedeelte waarop gelopen mag worden) en een afscherming voor de op dit dek aangesloten antennekabels (in totaal 3). Op onderstaande foto's is één en ander zichtbaar:
Op de onderste foto is het hekwerk om de antenneaansluitingen aan de achterkant van het dek goed zichtbaar. In werkelijkheid bestaat dit uit gaas, en ik heb wel een poging gewaagd om dat te simuleren door een raster met een maaswijdte van 0,2 mm. Maar dat is niet gelukt, dus zijn het toch dichte schermen geworden.
De laddertreden in de achterwand van het mastje zijn ook duidelijk zichtbaar. Dat vond ik toch wel leuk om zo'n detail ook aan te brengen. Op de top van de mast staan oorspronkelijk twee antennes, een VHF en een TV antenne. De TV antenne (bakboordzijde heb ik aangebracht als een 0,5 mm draadje (op schaal had dit 0,35 mm moeten zijn), maar de VHF antenne aan stuurboordzijde heb ik (nog) weggelaten. Deze is maar half zo lang maar heeft , erger nog, op schaal een diameter van 0,15 mm. Dat ging me iets te ver.
Hiermee is wat mij betreft op wat kleine verfcorrecties na (die ik pas ga uitvoeren als ik ga "afdalen" naar de lagere dekken) dit dek klaar. Hoewel, er kan nog een kink in de kabel komen, op het forum is hierover al een korte discussie geweest. Ik heb altijd gezegd dat ik zoveel mogelijk de "af werf" versie wilde bouwen. Het blijkt echter dat er vlak voor of vlak na de overdracht een wijziging is aangebracht in het rooster/ventilatie werk op dit dek. Waarschijnlijk is gebleken dat de roosters zoals ik ze nu gebouwd heb (en ze ook op de RDM-tekeningen staan) te veel hinder veroorzaakten voor mensen die op het observatiedek stonden. Daarom zijn er later kokers aangelegd vanaf de roosteropeningen die er nu inzitten naar roosters aan de boordkanten van het dek. Dat is goed te zien op onderstaande foto, die ongeveer uit dezelfde hoek is genomen als de eerste modelfoto hierboven, maar dan in close-up:
(foto geplaatst met toestemming van Onno Heesbeen)
Wat mij betreft is duidelijk te zien dat het een noodoplossing is geweest, want het tast de oorspronkelijke "architectuur" van het dekhuisje behoorlijk aan. Dat het wel ergens rond de overdracht moet zijn gebeurd blijkt ook wel uit een wijzigingstekening voor de plaats van de reddingsvlotten op dit dek. Die stonden op de plaats waar nu de kokers zijn aangebracht, en moesten volgens die tekening naar achter verplaatst en een kwart slag gedraaid worden. Die tekening is gedateerd 17 augustus 1959, terwijl de officiele overdracht plaatsvond tijdens de proefvaart van 20 en 21 augustus 1959. Erg krap dus!!!!! Het is overigens wel vreemd dat ik geen enkele andere tekening heb kunnen vinden waarop deze wijziging is aangegeven. En ga er maar vanuit dat ik grondig gezocht heb!!!!
Voor degenen die nog wel eens hun bewondering uiten voor het feit dat ik dit allemaal ets, wil ik daar wel even een relativerende opmerking bij maken. Dit is een vrij dure manier om te verdoezelen dat ik een beroerd metaalbewerker ben. Een hoop van de dingen die ik zo maak worden door anderen uit gewoon plaatmateriaal met de hand gezaagd, gevijld, geschuurd en geboord. Ik heb daar ook wel eens pogingen aan gewaagd, maar dat werd echt niets. Nauwkeurige tekeningen maken en die omzetten naar ontwerpen van etsdelen gaat me veel beter af, dus doe ik het maar op deze relatief kostbare manier. Nogmaals, het is eigenlijk een vorm van armoe (en je wordt het er nog van ook). Maar eerlijk is eerlijk, toen ik eraan begonnen was raakte ik er ook aan verslingerd. Het is gewoon ontzettend leuk om te doen.
Ik heb blunder en foto van de week maar weer in elkaar geschoven. Hieronder een kopie van de omslag van een in 1959 speciaal ter gelegenheid van de in gebruikname van de Rotterdam uitgebracht nummer van het tijdschrift "Schip en Werf".
Zo op het eerste gezicht een foto, maar dat is het beslist niet. In de eerste plaats is de mast op de brug tussen de twee rookuitlaten wit, terwijl die in werkelijkheid zwart is. In de tweede plaats ontbreekt de ladder aan de binnenkant van het bakboord rookkanaal (die aan stuurboord zijde is wel zichtbaar), ten derde zijn de roosters aan de achterkant van het dekhuis tussen de rookuitlaten in één lijn met elkaar afgebeeld, terwijl er in werkelijkheid een duideluike knik tussen zit, ten vierde ontbreekt de vlaggemast centraal aan de achterkant van de brug, en ten viifde is er niets van het tuigwerk te zien.
Misschien ben ik een pietlut, maar vooral de eeste drie punten vind ik slordigheden die niets met artistieke interpretatie te maken hebben. Dat de mast op de brug zwart is vanaf het begin blijkt wel uit onderstaande foto van 14 mei 1959, toen zij nog voor de eerste proefvaart in het Prins Bernhard dok bij de RDM lag. Deze was op 1 mei daarvoor met het droogzetten van de Rotterdam door Prins Bernhard zelf in gebruik gesteld.
Ik wil niet zeggen duidelijk, maar op deze foto is ook te zien dat de eerder genoemde luchtkokers op dat moment nog niet geplaatst waren.
Ik ga nu verder met de nog twee resterende "toppers", welke daarvan als eerste klaar is weet ik echt nog niet, want beide ondervinden momenteel wat vertragingen. Zodra de volgende gereedkomt volgt er een nieuwe aflevering van dit verslag.
Tot dan,
Ad Bakker
Zo juist een nieuwe aflevering van mijn verslag in mijn weblog geplaatst. Ik had al in de schipperskroeg aangekondigd dat ik weer een verslagje ging plaatsen. Dat "je" moet ik achteraf maar terugtrekken, oordeel zelf maar:
Bouwverslag ss "Rotterdam" (V) schaal 1:200 (deel 31)
Er zijn drie "toppen" op de Rotterdam, de radarmast op het stuurhuistopdek, de antennmast op het observatie topdek en de rookuitlaten op het ketelhuis topdek. Ik ben de laatste tijd met alledrie parallel bezig geweest, omdat er nogal wat wachttijden tussen zitten in verband met opdrogen van spuitwerk en het "verzamelen" van etsonderdelen totdat er weer een plaatje vol is.
Wat betreft het etsen weer eens een onverwachte situatie meegemaakt. Plotseling kreeg ik etsplaatjes die maar gedeeltelijk goed dooretsten, mat name onderdelen aan de randen van de plaatjes. Aanvankelijk zocht ik dat in mijn belichtingsraam dat ik op de zonnebank gebruikte. Ik kreeg het vermoeden dat de randen wellicht wat minder belicht werden door schaduwwerking van de aluminiun profielen die ik op het glas had gelijmd om doorbuiging van het glas zoveel mogelijk tegen te gaan. Gelijk maar de knoop doorgehakt en een nieuw raam gemaakt dat een ruimere marge heeft tussen de profielen en het te belichten oppervlak. Resultaat (na een dag werk, en een maar niet te noemen aantal €'s): nul komma niks, eigenlijk alleen maar slechter. Na lang nadenken viel eindelijk het kwartje: het moest aan de belichting liggen en omdat de ontwikkeling onvoldoende was, moest de oplossing wel in langer belichten gevonden worden. Dat klinkt zo logisch, maar daarbij moet je wel bedenken dat ik nu al een jaar qua belichtingstijd altijd 50 tot 60 seconden heb aangehouden, en daarmee nog nooit problemen had gehad. Dus toen toch maar weer een plaatje gedaan met 90 seconden belicht. En jawel, bingo: het zag er weer perfect uit. Een lange en dure les om erachter te komen dat de UV intensiteit van zonnebanklampen ook achteruit gaat. En ik mijn vrouw maar vertellen dat door de korte belichtingstijden die lampen daar niets van merken.....
Ik had me dus voorgenomen om telkens een nieuwe aflevering van dit verslag te plaatsen als één van de "hoogtepunten" klaar was. En dat is nu de antennemast op het observatietopdek geworden. Hoewel dit de kleinste is (op schaal 32,5 mm hoog), heeft hij toch de nodige ontwerpproblemen gegeven. Het uiteindelijke ontwerp is hieronder weergegeven (met de Euro munt voor Jan):

In het midden van het rechtse deel de voetplaat met links en rechts de zijwanden die met een ingeëtste vouwlijn aan de voetplaten vastzitten. Links ligt de achterwand, waarin in werkelijkheid een ladder is aangebracht, zoals op onderstaande foto goed te zien is.

(foto geplaatst met toestemming van Onno Heesbeen)
Ik heb dat proberen te simuleren door de ruimte tussen de laddertreden éénzijdig in te etsen. Voor het geval dat dit niet wilde lukken had ik ook nog wel een "gladde" achterwand meegeëtst, maar die had ik gelukkig niet nodig. Oorspronkelijk had ik de voetplaat en zijwanden als aparte onderdelen gemaakt, maar toen ik dat 1:1 in m'n handen had (op het beeldscherm zit je soms ongemerkt 10xvergroot te werken) was me al snel duidelijk dat ik dat nooit goed aan elkaar zou krijgen. Dit bleek een goede oplossing
Opgevouwen komen de zijwanden aan de voorkant over de helft van de lengte direct aan elkaar, want de werkelijke afronding daar is 60 mm, 0,3 mm op schaal 1:200 en dat is precies de materiaaldikte. Naar de voet neemt die afrondingsstraal toe, en daar heb ik de ruimte omgevuld met Milliut putty (meer daarover bij de rookuitlaten en radamast) en zo goen en zo kwaad als dat ging de ronding erin geschuurd. Van de verdere bouwstadia heb ik helaas geen foto's gemaakt, eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat bovenstaande foto met losse onderdelen ook achteraf is gemaakt van "reserve" onderdelen. Dit soort kritische delen stop ik vaak in twee- of drievoud in een etsplaat en deze bleek ik achteraf niet nodig te hebben.
Het dekhuisje waarop de mast komt te staan was ook nog wel even een puzzel. Daarvan is werkelijk niets loodrecht. De voorwand heeft de gebruikelijke helling van 4°, de zijwanden lopen naar achter taps toe en staan ook nog onder een hoek van 4°, en in het dekje erop zit ook nog een knik. Hier had ik geen reserve versies van om een foto van te maken, omdat ik de eerste verprutste en het uiteindelijk met de reserve delen wel is gelukt. Daarom maar even een afdruk van de tekening van de delen waaruit dit huisje is gemaakt.

Wat groen is wordt alleen aan de voorzijde aangeëtst, rood alleen aan de achterzijde. Op de plaats van de groene vlakken komen de ventilatieroosters, en de groen omlijnde rechthoeken in de zijwanden geven de plaats van deuren aan.
Het "vouwen" van het gedeelte voor de voor- en zijwanden gaf nog wel de nodige problemen, maar uiteindelijk is dit wel gelukt. Wat betreft die hoeken waaronder de diverse zaken staan nog een aardig detail. Zoals gezegd, alle voorfronten van dekhuizen staan onder 4° met de vertikaal, maar voor de rest:
- radarmast 5°
- antennemast 6°
- rookuitlaten 7°
dus steeds van voor naar achter iets schuiner. Een (scheeps)architect zal daar wel een prachtig verhaal bij hebben, maar ik heb toch veel foto's bekeken en nooit dat verschil kunnen waarnemen, wat overigens natuurlijk alleen maar kan als je het schip van verre afstand zuiver "en profil" ziet. Ik zal hier maar niet verder uitwijden over mijn frustraties met architectonische "kunststukjes". Voordeel is dat het hier waarschijnlijk niet ten koste van de functionaliteit gaat, wat helaas bij de architectuur van gebouwen nogal eens wel het geval is.
Verder komt er op dit dek nog wat relingwerk (afbakening van het gedeelte waarop gelopen mag worden) en een afscherming voor de op dit dek aangesloten antennekabels (in totaal 3). Op onderstaande foto's is één en ander zichtbaar:


Op de onderste foto is het hekwerk om de antenneaansluitingen aan de achterkant van het dek goed zichtbaar. In werkelijkheid bestaat dit uit gaas, en ik heb wel een poging gewaagd om dat te simuleren door een raster met een maaswijdte van 0,2 mm. Maar dat is niet gelukt, dus zijn het toch dichte schermen geworden.
De laddertreden in de achterwand van het mastje zijn ook duidelijk zichtbaar. Dat vond ik toch wel leuk om zo'n detail ook aan te brengen. Op de top van de mast staan oorspronkelijk twee antennes, een VHF en een TV antenne. De TV antenne (bakboordzijde heb ik aangebracht als een 0,5 mm draadje (op schaal had dit 0,35 mm moeten zijn), maar de VHF antenne aan stuurboordzijde heb ik (nog) weggelaten. Deze is maar half zo lang maar heeft , erger nog, op schaal een diameter van 0,15 mm. Dat ging me iets te ver.
Hiermee is wat mij betreft op wat kleine verfcorrecties na (die ik pas ga uitvoeren als ik ga "afdalen" naar de lagere dekken) dit dek klaar. Hoewel, er kan nog een kink in de kabel komen, op het forum is hierover al een korte discussie geweest. Ik heb altijd gezegd dat ik zoveel mogelijk de "af werf" versie wilde bouwen. Het blijkt echter dat er vlak voor of vlak na de overdracht een wijziging is aangebracht in het rooster/ventilatie werk op dit dek. Waarschijnlijk is gebleken dat de roosters zoals ik ze nu gebouwd heb (en ze ook op de RDM-tekeningen staan) te veel hinder veroorzaakten voor mensen die op het observatiedek stonden. Daarom zijn er later kokers aangelegd vanaf de roosteropeningen die er nu inzitten naar roosters aan de boordkanten van het dek. Dat is goed te zien op onderstaande foto, die ongeveer uit dezelfde hoek is genomen als de eerste modelfoto hierboven, maar dan in close-up:

(foto geplaatst met toestemming van Onno Heesbeen)
Wat mij betreft is duidelijk te zien dat het een noodoplossing is geweest, want het tast de oorspronkelijke "architectuur" van het dekhuisje behoorlijk aan. Dat het wel ergens rond de overdracht moet zijn gebeurd blijkt ook wel uit een wijzigingstekening voor de plaats van de reddingsvlotten op dit dek. Die stonden op de plaats waar nu de kokers zijn aangebracht, en moesten volgens die tekening naar achter verplaatst en een kwart slag gedraaid worden. Die tekening is gedateerd 17 augustus 1959, terwijl de officiele overdracht plaatsvond tijdens de proefvaart van 20 en 21 augustus 1959. Erg krap dus!!!!! Het is overigens wel vreemd dat ik geen enkele andere tekening heb kunnen vinden waarop deze wijziging is aangegeven. En ga er maar vanuit dat ik grondig gezocht heb!!!!
Voor degenen die nog wel eens hun bewondering uiten voor het feit dat ik dit allemaal ets, wil ik daar wel even een relativerende opmerking bij maken. Dit is een vrij dure manier om te verdoezelen dat ik een beroerd metaalbewerker ben. Een hoop van de dingen die ik zo maak worden door anderen uit gewoon plaatmateriaal met de hand gezaagd, gevijld, geschuurd en geboord. Ik heb daar ook wel eens pogingen aan gewaagd, maar dat werd echt niets. Nauwkeurige tekeningen maken en die omzetten naar ontwerpen van etsdelen gaat me veel beter af, dus doe ik het maar op deze relatief kostbare manier. Nogmaals, het is eigenlijk een vorm van armoe (en je wordt het er nog van ook). Maar eerlijk is eerlijk, toen ik eraan begonnen was raakte ik er ook aan verslingerd. Het is gewoon ontzettend leuk om te doen.
Ik heb blunder en foto van de week maar weer in elkaar geschoven. Hieronder een kopie van de omslag van een in 1959 speciaal ter gelegenheid van de in gebruikname van de Rotterdam uitgebracht nummer van het tijdschrift "Schip en Werf".

Zo op het eerste gezicht een foto, maar dat is het beslist niet. In de eerste plaats is de mast op de brug tussen de twee rookuitlaten wit, terwijl die in werkelijkheid zwart is. In de tweede plaats ontbreekt de ladder aan de binnenkant van het bakboord rookkanaal (die aan stuurboord zijde is wel zichtbaar), ten derde zijn de roosters aan de achterkant van het dekhuis tussen de rookuitlaten in één lijn met elkaar afgebeeld, terwijl er in werkelijkheid een duideluike knik tussen zit, ten vierde ontbreekt de vlaggemast centraal aan de achterkant van de brug, en ten viifde is er niets van het tuigwerk te zien.
Misschien ben ik een pietlut, maar vooral de eeste drie punten vind ik slordigheden die niets met artistieke interpretatie te maken hebben. Dat de mast op de brug zwart is vanaf het begin blijkt wel uit onderstaande foto van 14 mei 1959, toen zij nog voor de eerste proefvaart in het Prins Bernhard dok bij de RDM lag. Deze was op 1 mei daarvoor met het droogzetten van de Rotterdam door Prins Bernhard zelf in gebruik gesteld.

Ik wil niet zeggen duidelijk, maar op deze foto is ook te zien dat de eerder genoemde luchtkokers op dat moment nog niet geplaatst waren.
Ik ga nu verder met de nog twee resterende "toppers", welke daarvan als eerste klaar is weet ik echt nog niet, want beide ondervinden momenteel wat vertragingen. Zodra de volgende gereedkomt volgt er een nieuwe aflevering van dit verslag.
Tot dan,
Ad Bakker
Laatst bewerkt: