Graupner Junior S invliegen

Discussie in 'Zweefvliegen' gestart door goose3, 7 sep 2010.

  1. goose3

    goose3 Guest

    Bart,
    Je haalt in een keer alle 6 de stappen onderuit. Lees nog eens goed terug in dit topic dan zul je zien dat ik over elke stap grondig nagedacht heb. De junior vliegt erg goed en is het zeker waard om te fine-tunen. Je kunt dit stappenplan ook op andere zweefkisten toepassen, dus ook de modellen die niet van schuim gemaakt zijn.

    Stap 1: ik bedoel wat er staat, dat maakt de kist zo gevoelig mogelijk voor thermiek.
    Stap 2: daarmee maak je het gevoelige hoogteroer (door stap 1) rustiger.
    Stap 3: dit is een meetbare, objectieve, reproduceerbare maat voor "instelhoek".
    Stap 4: zonder rolroerdifferentiatie krijg je bij het cirkelen een negatief giermoment en ook gemakkelijker een tipstall van de binnenste vleugel. Stuurt gewoon gemakkelijker, dus zinvol.
    Stap 5: ruddermix kan het cirkelen gemakkelijker maken maar kan ook handmatig met de knuppel. Kwestie van smaak?
    Stap 6: met thermiek- en speedstand, of twee verschillende thermiekstanden benut je de mogelijkheden om meer te stijgen of sneller wind in bij de volgende bel te komen. Het gaat tenslotte om thermiekvliegen, nietwaar? Ik heb een goedkope simpele Graupner MX12 zender en toch kan ik daarmee drie standen mixen (bijv. thermiekstand en speedstand).

    Ron
     
  2. bdoets

    bdoets Vriend van modelbouwforum.nl Forum veteraan

    Lid geworden:
    6 aug 2006
    Berichten:
    9.435
    Locatie:
    Harderwijk
    Tja, ik denk dat het over het algemeen een kwestie van smaak is, je rijtje gaat mij, zeker voor een Junior S, véél te ver.
    Maar, haakeffect treedt alleen op als de rol wordt ingezet. Als het toestel eenmaal de goede kant op giert bestaat het misschien theoretisch nog, maar in de praktijk niet meer merkbaar.
    Maar inderdaad, ook mijn Junior S (genaamd Juun) heeft rolroerdifferentiatie geprogrammeerd staan.
    Op de DX61 kan ik één flapstand programmeren. (nou ja, twee dus: aan en uit). Dat is in de praktijk dus een landingsstand.
     
  3. goose3

    goose3 Guest

    Bart, sorry maar je zit er af en toe behoorlijk naast. Het zal wel goed bedoeld zijn maar nu haal je rollen en gieren weer door elkaar.

    Zolang je tijdens het cirkelen rolt (ailerons niet neutraal), remt de aileron die de buitenbocht neemt af en giert het model naar buiten omdat de naar beneden staande aileron meer afremt dan de naar boven staande. Je kunt dit compenseren door met het rudder naar binnen te sturen maar dat levert extra weerstand op en hebt kans dat de binnenbochtvleugel gaat tipstallen. Je kunt veel beter rolroerdifferentiatie toepassen zodat die remmende aileron minder remt.

    Misschien merk jij het in de praktijk niet omdat je al rolroerdifferentiatie geprogrammeerd hebt of omdat je met je rudder corrigeert, ongemerkt ten koste van de efficiency.

    Ron
     
  4. bdoets

    bdoets Vriend van modelbouwforum.nl Forum veteraan

    Lid geworden:
    6 aug 2006
    Berichten:
    9.435
    Locatie:
    Harderwijk
    vice versa... :rolleyes:

    Het omlaaggaande rolroer heeft meer luchtweerstand dan het omhooggaande. Als je een bocht inzet (zonder rolroerdiff.) heeft dit tot gevolg dat het toestel de verkeerde kant op giert; dit heet haakeffect.
    Dit haakeffect (Engels: Adverse yaw) wordt vervolgens wel overruled door de rudder of elevator uitslag, maar het is natuurlijk een efficiëntieverlies (je kan het goed zien als je een model recht boven je een bocht instuurt).
    Je zegt: Zolang je tijdens het cirkelen rolt ...sorry, tijdens het cirkelen rol je niet (de rolhoek blijft gelijk) maar je giert wel doorlopend.
    Omdat, eenmaal in cirkelvlucht, het toestel permanent giert, maakt de diff. dan ook niet zo veel meer uit; theoretisch wel, maar je zou er ook niks van merken als je er in zat.
    Je kunt veel beter rolroerdifferentiatie toepassen zodat die remmende aileron minder remt.
    Met rolroerdiff. verklein je de uitslag van het buitenste (neergaande) rolroer. Wel of geen diff. heeft dus geen invloed op het remmen van de binnenvleugel.

    Ik ben nou zo'n 55 jaar met verschillende aspecten van luchtvaart bezig (modelvliegen, zweefvliegen, parachutespringen, zeilvliegen). Ik zal zeker niet zeggen dat ik er alles van weet maar heus, de basics ken ik wel...
     
    Laatst bewerkt: 16 sep 2010
  5. Jan Weststrate

    Jan Weststrate

    Lid geworden:
    17 jul 2003
    Berichten:
    292
    Locatie:
    x
    De rolroerdifferentiatie heb ik op 50%. Zet ik die op 0, dan zie ik een duidelijk haakeffect.

    Wat betreft de verschillende vliegfasen: als die toch op je zender zitten (in mijn geval Multiplex Royal Pro), dan kun je er net zo goed gebruik van maken toch? Handiger dan de trim bijstellen. En je kunt bijvoorbeeld ook wat minder differentiatie instellen bij sneller vliegen, dat rolt mooier.

    Verder meng ik me maar niet in de wetenschappelijke discussie...

    Groeten,
    Jan
     
  6. goose3

    goose3 Guest

    Goed. Even terug. Ik zoek een paar simpele reproduceerbare stappen op weg naar een optimaal ingestelde thermiekzwever.
    Laten we het even beperken tot zwaartepunt en hoogteroer.

    Uitleg
    Het zwaartepunt zover mogelijk naar achteren maakt de kist gevoeliger. Thermieksignalen zie je dan beter. Gevoeliger betekent echter dat tijdens het cirkelen je hoogteroerknuppel erg zenuwachtig is, tenzij je de max. benodigde hoogteroeruitslag verdeelt over je volledige knuppelbereik (en/of veel expo toepast). Dat was stap 1 en 2.

    In stap 3 trim je het hoogteroer zodat je een bepaalde vliegsnelheid houdt. Ik zou het hoogteroer willen trimmen op de vliegsnelheid die bij de optimale glijhoek hoort. Die triminstellingen wil ik ook gemakkelijk terug kunnen vinden. Bij dat terugvinden komt de duiktest van pas want de seconden nodig voor herstel kun je gemakkelijk meten.

    Op welke snelheid
    Als ik (bij het gekozen zwaartepunt) de snelheid op net-niet-overtrekken instel (trim met het hoogteroer), wat normaliter ongeveer de minimale daalhoek oplevert, dan doet hij in de duiktest ongeveer 5 seconden tussen twee stall's. De optimale glijhoek zit normaal bij een hogere snelheid. Ik denk ergens bij de snelheid (stand hoogteroer) waarbij de duiktest 10 seconden hersteltijd nodig heeft.

    Let op
    Telkens als je het zwaartepunt verplaatst (stap 1) dan moet je stap 2 en 3 opnieuw doen.


    Help!
    De 10 seconden hersteltijd heb ik gegokt. Ik heb geen apparatuuur om de optimale glijhoeksnelheid via metingen op te zoeken. Hoe vind ik (enigszins nauwkeurig dus niet gewoon "op gevoel") de "optimale glijhoek"-snelheid, zonder dure meetapparatuur?

    Heeft iemand ervaring met de relatie tussen optimale glijhoeksnelheid - duiktesthersteltijd voor de Junior of voor andere modellen?

    gr. Ron
     

Deel Deze Pagina