Vraag, ik zie aan de motorzijde van het vliegwiel boutkoppen.
Is dit een centrifugaal koppeling?
Nee, dat zijn tien "pukkels" die door een proximitysensor omgezet worden in tien pulsen per omwenteling. Dat signaal gaat weer naar een toerenregelaar, en zo hou ik de boel op een constant toerental (de motor loopt van zichzelf erg instabiel omdat hij in principe zelfs bij volle spoed met nagenoeg nul belasting draait, dus een regelaar is noodzaak).
De snelheid van het schip, alsook vooruit/achteruit wordt volledig gestuurd met de schroef.
Overigens: hoewel ik geen wonderen verwacht, ik heb de kleptiming nog eens goed bekeken, en de klepoverlap verminderd (uitlaat vroeger dicht, inlaat later open) omdat ik me herinner dat de motor nog steeds een beetje een "gloepend" geluid maakte toen hij het laatst liep, en dat wordt veroorzaakt doordat de uitlaat normaliter ongeveer 50 a 60 graden na top pas sluit. De zuiger gaat dan alweer naar beneden, de inlaat is ook al open, en omdat de gasklep bij deze motor ZEER ver dicht staat bij deze lage toerentallen, en er géén restrictie is in de uitlaat, zuigt hij een fors aandeel uitlaatgas terug naar binnen.
De inlaat opening heb ik ook verlaat, om reden dat normaliter de inlaat ook een graad of 40 voor top opent, en er staat dan nog een klein beetje druk in de cylinder.
Op deze manier hoop ik de vulling te verbeteren, en daarmee de stabiliteit van het mengsel. Tevens hoop ik de inwendige vervuiling nog verder te verminderen.
Uiteraard heb ik gelijk ook maar de andere kanten van de nokken meegenomen, zodat de uitlaatklep pas helemaal aan het einde van de slag begint met openen (is nog niet helemaal gelukt, die opend nog een háártje te vroeg), en de inlaat ook echt op het onderste dode punt ongeveer sluit.
Verder, hoe koel je de motor?
Ik had in pokkebootje I een temperatuurgeregelde koelfan(netje) staan, maar ik heb eens nagedacht en volgens mij is koeling niet strikt nodig.
Mijn vliegtuigmotoren moet ik onder de 135 graden houden in verband met de temperatuur van de uitlaatklep (die dan als gloeiplug gaat werken) maar volgens mij mag dat bij de extreem lage vermogens die dit dingetje draait, eigenlijk geen rol spelen.
Ik denk dat dit ding gerust 160 graden of heter mag worden, en ik denk dat hij met gewoon natuurlijke afstraling ook wel binnen de perken blijft.
Uiteraard komt er wel bewaking op, en als de koeling niet afdoende is, dan kan ik kiezen uit waterkoeling of weer het oude electrische fannetje.
Maar dát weet ik dus nog niet.
ALS het waterkoeling wordt, dan wordt het wel een gesloten systeem met regeling en een bilgekoeler. Geen gedoe met vuil in de waterinlaat of "temperatuur zoals het komt"... ALS we dat gaan doen, dan ook gelijk goed.
Ondertussen vandaag redelijk doorgegaan, maar wel met tijdrovend werk.
Eerst (dat ging wel heel vlot uiteraard) het machinekamerdek afgekit. Die ruimte is nu min of meer hermetisch afgesloten.
De tijdvreter was het boegschot met luik: Bekleden met latjes, luikje uitwerken, luikje aflijsten en een "grendelmechanisme" (erg simpel, luikje omhoogschuiven, dan kan hij er uit, maar het moet wel even precies om het netjes te laten sluiten).
Zit al in de poriënvuller, moet nog in de Glitsa. Zodra dat er op zit, kan hij in de boot verlijmd, en dan komt achter dit luikje de ontstekingseenheid te liggen. Helemaal voorin, zo ver mogelijk van de ontvanger verwijderd.