Theo Coenen zei:
Ben nu toch wel een beetje heel erg benieuwd naar de reactie die de KNVvL afdeling kleine luchtvaart nu gaat geven. Wordt de modelvlieger weer het ondergeschoven kindje of blijft er nu eens steun voor ons modelvliegers vanuit de "grote" KNVvL.
Dit is de reactie die door de KNVvL naar de redactie van Piloot en Vliegtuig is gestuurd:
-------
Geachte redactie,
Het artikel “Laagvliegers”, geschreven door Hans Houtman, in de rubriek See and Avoid in het maart nummer van Piloot en Vliegtuig, vraagt nadrukkelijk om een reactie.
De schrijver doet het immers voorkomen alsof er ten gevolge van het vervangen van de oude Regeling Modelvliegtuigen door de nieuwe Regeling, door onnadenkendheid van ambtenaren en belanghebbenden een gevaarlijke situatie is ontstaan. Dat geeft een volstrekt misleidend beeld.
De feiten
Ook volgens de nu vervallen Regeling Modelvliegtuigen was modelvliegen tot een hoogte van 300 meter toegestaan. De uitzondering daarop was de limiet van 100 meter voor met motor aangedreven modelvliegtuigen zwaarder dan 5 kg. Met de nieuwe Regeling Modelvliegen is deze uitzondering vervallen en is de algemene gewichtsgrens opgetrokken naar 25 kg in overeenstemming met de regelgeving in naburige landen.
Verder bepaalt de Regeling Modelvliegen o.a:
- artikel 2 b: de vlucht wordt slechts uitgevoerd onder omstandigheden en op locaties waarbij vanaf de grond tijdens de gehele vlucht goed zicht is op het modelvliegtuig en het luchtruim daaromheen. ;
- artikel 2 c: de bestuurder houdt tijdens de gehele vlucht goed zicht op het modelvliegtuig
- artikel 2 h: het is verboden een ander luchtvaartuig zo dicht te naderen dat gevaar voor botsing ontstaat;
- artikel 2 i: de bestuurder van een modelvliegtuig neemt alle maatregelen die een botsing kunnen voorkomen en geeft voorrang aan elk luchtvaartuig dat geen modelvliegtuig is.
Tenslotte wijst de ministeriële toelichting bij de Regeling op het ook voor de modelvlieger geldende kapstokartikel 5.3 van de Wet Luchtvaart. Verderop in die toelichting wordt de modelvlieger nog extra op een mogelijk conflict in het luchtruim gewezen. Daarbij wordt andermaal gesteld: “Het is primair de bestuurder van het modelvliegtuig die een dergelijk conflict kan en moet voorkomen”.
Wat is er werkelijk aan de hand.
Het bovenstaande mag duidelijk maken dat er van de gesuggereerde onnadenkendheid geen sprake is. Er is wel degelijk goed nagedacht. Belangrijker echter is dat de veiligheid niet in het geding is, en daar gaat het immers om. Die veiligheid is gewaarborgd doordat de modelvlieger het luchtruim voor, achter, naast, onder en boven zijn model overziet. Hij ziet een ander luchtvaartuig lang voordat de piloot van dat luchtvaartuig het model kan zien. De modelvlieger moet, en zal, tijdig reageren. Modelvliegers, georganiseerd in de KNVvL, zijn zich bewust van de vliegveiligheidsaspecten die het modelvliegen met zich mee brengt. Het is niet voor niets dat in de toelichting bij de regeling verwezen wordt naar het basis veiligheidsreglement van de KNVvL.
Het advies van de schrijver aan piloten om daarom voortaan ogen op steeltjes te hebben, is onverstandig, dit los van het feit dat een goede look out in de luchtvaart altijd en onder alle omstandigheden een basisregel is. Laat elke vlieger in een VFR/VMC omgeving zich concentreren op zijn, hopelijk goed aangeleerde see and avoid procedure in plaats van zijn aandacht uitdrukkelijk te focussen op het zoeken naar een speld in een hooiberg. Zoals hierboven aangegeven geldt see and avoid zonder enige restrictie, ja zelfs nadrukkelijker, ook voor de modelvlieger.
Met enige regelmaat krijgen wij meldingen van modelvliegclubs die constateren dat een sportvliegtuig of helikopter bewust afbuigt in de richting van een modelvliegveld. Uit nieuwsgierigheid waarschijnlijk. Het is zeker belangwekkend om naar modelvliegen te kijken. Maar dan wel vanaf de grond en niet vanuit de lucht.
In het belang van een goede onderlinge voorlichting binnen de luchtvaartsector stel ik het zeer op prijs als deze reactie bij eerste gelegenheid in Piloot en Vliegtuig wordt gepubliceerd.
Hoogachtend,
Cor van den Burg
Voorzitter KNVvL
----------
Niet gek toch?
Boudewijn Swanenburg