Afgelopen twee weken tussen alle druktes toch nog even wat tijd gevonden om verder te gaan met de diverse mastonderdelen. Want inmiddels is ons gezin met 5 kleinzonen vorige week uitgebreid met een kleindochter en moeder en kind verdienen op de eerste plaats natuurlijk alle aandacht.
Gisteren de laatste onderdelen gedraaid op de draaibank. Heerlijk dit werk, maar de bramstengen leverden toch wel wat probleempjes op. Ze zijn in verhouding tot de andere delen heel dun en het zal jullie niet verbazen dat ik een aantal hiervan meerdere keren heb moeten maken. Ze breken natuurlijk steeds als ze bijna af zijn. Grrr… Van echt draaien met een beitel, zoals je op een draaibank doet is overigens maar zeer beperkt sprake. Het is veel meer vijlen en schuren, terwijl het werkstuk ronddraait. Dat geeft dan weer het nodige geslinger zo’n lange dunne stok. Een vast centerpunt aan het einde is ook geen oplossing, omdat het werkstuk daar vaak heel erg dun is (plm 2mm) en niet bestand is tegen allerlei zijwaartse krachten. De beste optie, vind ik, is het werkstuk aan het einde met één hand een beetje begeleiden, zodat het toch wat flexibel kan bewegen tijdens het proces. Én niet teveel krachten uitoefenen op het gereedschap. Maar al doende leer je dat vanzelf, als je een aantal keer opnieuw moet beginnen.
Onderstaande foto’s geven een aardig overzicht van de verzameling mastonderdelen, die tot nu toe “klaar” zijn. Van boven naar beneden: voormast, hoofdmast en bezaan.
Ook de boegspriet is nu in onderdelen gereed.
Nu begint de afwerking van de diverse onderdelen en het montage gereed maken, waarna alles geschilderd kan worden. Even los van het touwwerk en de blokken.
Op dit punt komt er voor mij een heleboel informatie samen en ik moet zeggen dat het nog niet meevalt om alles goed uit elkaar te houden.
De informatiebronnen die ik gebruik zijn:
- Bouwbeschrijving van Caldercraft
- Boek “Historische Scheepsmodellen” van zu Mondfeld
- Boek “Masten, blokken & Tuigage” van Orazio Curti
- Boek “Rigging Period Fore and Aft Craft Models” van L. Petersson
- Boek “The100-gun ship Victory” van John McKay
- Boek “The Anatomy of Nelsons ship” van Longridge
- En Caldercraft tekeningen (Nederlands en Engelse uitvoering), die ik van Jan Zwart heb gekregen
Meer dan materiaal genoeg, denk ik.
Discussies over wat ik wel en niet nog meer zou moeten gebruiken leg ik voorlopig even naast me neer. Er zullen ongetwijfeld nog wel meer boeken zijn waaruit ik interessante tips kan halen, maar voorlopig lijkt me dit voldoende.
Maar nu eerst een vraag:
Eerder in post 338 schreef ik al dat de bij het pakket meegeleverde oogboutjes heel erg dun en fragiel zijn. Ze zijn van messing en de onderdelenlijst geeft aan dat ze 0,3 mm zijn. Hiervan heb ik er enkele bij de kanonnen gebruikt. Daarnaast heb ik grotere oogbouten gekocht die ik hier en daar in de dekken heb verwerkt. Deze laatste lijken me echter in relatie tot de masten en straks de ra’s veel te groot. Anderzijds de kleintjes lijken me beter op maat maar heel erg slap, als daar straks met touwwerk aan getrokken moet worden.
Wie heeft ervaring hiermee en mogelijk met beiden? Wat kan ik het beste doen of gebruiken?