Mijn voornemen was om nu het 2e compartiment te bouwen: het vooronder tussen de schotten 51 en 39.
Na bestudering van de oude tekeningen kwam ik tot de conclusie dat ik mijzelf dan in de problemen zou werken.
30 cm achter schot 39 staat namelijk de mastkoker die ook verbonden is aan schot 39. En aan de mastkoker zit ook de 'kossing'. Dat is een driehoekige bak waarin de mast ongeveer 45 gr. achterover gestreken kan worden.
(Bron: Restauratieboek Scheepvaartmuseum, pag. 27, foto uit collectie Visserijmuseum Vlaardingen)
Dit werd gedaan als het schip 'aan de vleet' lag. De voormast pakte dan minder wind waardoor het schip stabieler met alleen het bezaanzeil achter de vleet lag en daar niet te hard aan trok.
Het kantelen van de mast gaat onder een hoek van 2 graden, zodat de mast net langs de bezaansmast kantelt. De mast staat dus niet op de kielbalk maar scharniert op een pin onderin de kossing, in de koker.
De koker en kossing staan in het midden van het dek. Om deze net als het luik op de voorpiek ook doormidden te snijden geeft nog meer problemen. Wat doe ik dan met de mast?
De mastkoker en kossing komen daarom in het bakboord deel te staan dat volledig wordt ingericht. Dat betekend dat dit voor een deel buiten de middenlijn gaat steken. Om mijn bouwmallen toch te kunnen kantelen om de halve spanten op de vlakke grondplaat uit te lijnen, moet ik een gat in de grondplaat maken, waar de mastkoker en kossing is gaan vallen. Dan moet ik hun juiste positie weten en hoe ik het spant 39 het beste door kan snijden.
Dus eerst maar dat spant 39 en die koker met kossing bouwen. Dan kan ik die op mijn werktafel in alle positie houden om uit te lijnen.
Met als voordeel dat die 2 na plaatsing met hun onderlinge verbinden ook meer stevigheid in de lengte richting gaan geven.
Het boegdeel met de spanten 51 t/m 54 zit nu alleen op de kiel en onder de stringers vast. Met het kleine vloertje. Dat geeft toch enige ongewenste flexibiliteit in de lengte richting.
Ik heb een deel uit de oude constructie tekening in Photoshop in de tekening van het lijnenplan gevoegd:
A: de Mastkoker.
B: de 'Kossing'.
Onderop de nummers van de spanten die van belang zijn.
Bij beide tekeningen moet ik goed in de gaten houden dat de deklijn op het lijnenplan de buitenzijde van het dek is en dat op de constructietekening de deklijn in het midden van het dek ook beeldbepalend is.
Links-boven heb ik een uitsnede van het bovenaanzicht ingevoegd.
Daarop is te zien dat de mast en de voorzijde van het gat van de kossing iets in de vorm van een parallellogram is getekend. De voor en achterzijde van de mast en kossing lopen evenwijdig met de dekbalken. De schuine zijden dan links en recht.
Als de mast naar achter zou kantelen, dan kantelen die schuine zijden mee en draaien naar boven en beneden. Dat gaat dan wringen. Of de mastkoker moet ruimer zijn dan de mastvoet. Maar dan verliest de mastkoker zijn werking. Op de Balder zelf is te zien en in het restauratiebestek is vermeld dat de mastvoet vierkant is.
Met ook een rechthoekige kap als afdekking over de opening van de kossing. Op dit punt is duidelijk afgeweken van de bestek tekening.
In het oude bestek staat vermeld:
"De mastkoker en kossing is samengesteld uit plaatmateriaal en hoekijzers. De achterzijde is open.” Dat was op even zoeken en puzzelen op de tekeningen hoe de constructie was.
Maar ook deze foto hielp:
(Bron: Restauratieboek Scheepvaartmuseum, pag. 68)
A: Kossing.
B: open zijde van de mastkoker.
C: Knieen op de spanten met dekbalken met keerspanten tot de kim.
D: De spanten zonder dekbalk met keerspanten tot het dek.
E: Het zaathout
F: Stokken die op het zaathout staan te ondersteuning van het dek.
2 printjes gemaakt en deze op de grondplaat op de juiste plaats gelijmd:
Dan kan ik met de gekantelde bouwmal B de juiste positie gaan bepalen op de grondplaat A.
Aan de slag gegaan met het maken van de waterdicht schot 39 en mastkoker met kossing:
Makkelijk hanteerbaar kon ik nu 3 belangrijke positie goed bepalen:
A: de voet die op een plaat komt die tussen horizontale profielen van de keerspanten 37 en 39 komt.
B: de plaatjes die de verbinding vormen tussen de stukken profiel op spant 39.
C: het profiel dat straks rust op de stukken dekbalk van de spanten 33, 35 en 37. Ik ga dus die dekbalken onder dat profiel in positie brengen.
Om toch ook een stevigheid in de lengterichting te maken in het open stuurboord deel, de zijplaat los gelaten:
A: het bakboord deel.
B: de stuurboord plaat.
Met aan de binnenzijde de as waar de mastvoet straks op gestreken kan worden:
De dry-fit om te kijken of alles klopt:
en hoe het er uit ziet in positie:
Nu het gat in de grondplaat maken om daar verder te kunnen uitlijnen en een stuk plaat waar de hoek op 88 graden is gezet. Om de kossing uit te lijnen op de 2 graden.
Gr. Peter